
Alle voorverpakte levensmiddelen moeten voorzien zijn van eerlijke en duidelijke informatie zodat de consument weet wat hij koopt en consumeert. Dit kan door middel van een label of bedrukte verpakking. Er zijn veel gedetailleerde regels voor de etikettering van levensmiddelen. Een groot deel van de regels staat in Verordening (EU) nr. 1169/2011 over voedselinformatie aan consumenten. Deze Europese Verordening geldt voor alle levensmiddelen die in Europa worden verkocht. Daarnaast zijn er aanvullende eisen opgenomen in andere Europese wetgeving en specifieke wet- en regelgeving die in de diverse landen van Europa van kracht is.
Bij Normec Foodcare hebben we aan afdeling met Labelling Specialisten die dagelijks bezig zijn met etiketchecks, het invullen of controleren van specificaties en het oplossen van label- en verpakkingsvraagstukken om ervoor te zorgen dat onze klanten voldoen aan de diverse regels. Hierbij houden we ook rekening met het belang van de consument namelijk dat een product op een veilige manier geconsumeerd kan worden en dat het vertrouwen in het product niet verloren gaat.
Onze specialisten krijgen veel uiteenlopende etiketteringsvragen. In dit artikel delen we een aantal praktijkvragen en voorzien we je van ons advies.
De vermelding van land van oorsprong of plaats van herkomst kan verplicht zijn indien weglating de consument kan misleiden met betrekking tot het werkelijke land van oorsprong of de plaats van herkomst van een levensmiddel. Verder geldt voor een aantal categorieën van levensmiddelen specifieke wettelijke eisen wat betreft oorsprongsvermelding zoals voor vers vlees, honing, groente en fruit, olijfolie en visserij- en aquacultuurproducten.
In Verordening (EU) 1169/2011 wordt onderscheid gemaakt tussen vrijwillige en verplichte herkomstetikettering. Bij vrijwillige herkomstetikettering is er sprake van een situatie waarbij vrijwillig het land van oorsprong of de plaats van herkomst van het levensmiddel wordt vermeld bijvoorbeeld in de productbenaming. Je dient dan te voldoen aan de regels in artikel 26, lid 2 en 3 van Verordening (EU) 1169/2011 welke verder zijn uitgewerkt in Uitvoeringsverordening (EU) 2018/775.
Toch is herkomstetikettering niet altijd van toepassing wanneer een land of plaats vermeld wordt. Dit is het geval wanneer geografische termen deel uitmaken van generieke en gebruikelijke namen die in het algemeen niet als een vermelding van de oorsprong of plaats van herkomst van het levensmiddel worden gezien. Deze producten zijn uitgezonderd van vrijwillige herkomstetikettering. Het betreft levensmiddelen/recepten waarvoor in de loop van tijd generieke/ gebruikelijke benamingen zijn ontstaan. Voorbeelden zijn: Gelderse worst, Chinese kool en spaghetti Bolognese.
Aan dit rijtje kunnen we ook de Engelse drop toevoegen. Dat geeft meteen ook antwoord op onze vraag: op het etiket van Engelse drop hoef je geen herkomst te vermelden, omdat het gezien wordt als generieke/gebruikelijke benaming. Belangrijk hierbij is dat er altijd gekeken wordt naar generieke/gebruikelijke benamingen in het land waar het product op de markt gebracht wordt. Per lidstaat kunnen de generieke/gebruikelijke benamingen namelijk verschillen. Ons advies is om per geval te bekijken of het voor de consument duidelijk is dat het een generieke/gebruikelijke naam betreft om te bepalen of er sprake is van herkomstetikettering.
Middels kwantitatieve ingrediëntendeclaratie (KWID) vermeld je de hoeveelheid van een ingrediënt of categorie ingrediënten als percentage. KWID is verplicht wanneer een bepaald ingrediënt of categorie ingrediënten op de een of andere manier wordt benadrukt op het etiket. Dat benadrukken kan op verschillende manieren, onder andere met tekst, afbeeldingen of symbolen. KWID is ook verplicht als een ingrediënt of categorie ingrediënten voorkomt in de benaming van het levensmiddel of gewoonlijk door de consument met die benaming wordt geassocieerd. Ook wanneer het van belang is om een levensmiddel te karakteriseren en te onderscheiden van producten waarmee het wegens de benaming of aanblik kan worden verward, is KWID verplicht. De regelgeving hierover vind je terug in Artikel 22 van Verordening (EU) 1169/2011.
Op het label van “Roomboterappeltaart met noten” zullen een aantal ingrediënten moet worden geKWID. In de benaming benoem je roomboter, appel en noten. Deze ingrediënten zul je dus moeten KWIDten omdat ze in de benaming voorkomen.
KWID kan op twee manieren: in de benaming of in de lijst van ingrediënten. Een combinatie van beide kan ook: een deel in de benaming en een deel in de ingrediëntendeclaratie. Het percentage mag voor of na het betrokken ingrediënt worden vermeld. In het geval van deze “Roomboterappeltaart met noten” kun je niet alle onderdelen KWID’en in de benaming, omdat niet alle onderdelen hier los vermeld worden. De noten worden wel los genoemd, deze kun je KWID’en in de benaming, roomboter en appel KWID je dan in de ingrediëntendeclaratie.
Met een afbeelding van één of meerdere ingrediënten op een etiket kan de nadruk worden gelegd op diens aanwezigheid. Een afbeelding op een etiket is een vorm van vrijwillige informatie. Hiervoor geldt: vrijwillige voedselinformatie mag niet misleidend, dubbelzinnig of verwarrend zijn voor de consument (artikel 36, lid 2 Verordening (EU) 1169/2011). Of een ingrediënt mag worden afgebeeld, hangt af van de aanwezigheid, hoeveelheid en de totale samenstelling van het product waarin het voorkomt. Het gebruik van afbeeldingen moet altijd per situatie worden beoordeeld, waarbij het volledige etiket of de algehele presentatie van het product in overweging wordt genomen.
In het geval van de drank met natuurlijk sinaasappelaroma is het belangrijk om vast te stellen of er, naast het natuurlijk sinaasappelaroma, ook sinaasappel aanwezig is. Dan gaat het om sinaasappel als vrucht, aromatiserend ingrediënt, concentraat, extract of sap als ingrediënt.
Als dat niet het geval is, is de afbeelding van een sinaasappel niet zomaar toegestaan. De reden hiervoor is dat er geen sinaasappel aanwezig is, maar het gaat om sinaasappelsmaak, afkomstig uit het natuurlijk sinaasappelaroma. Om die reden mag de sinaasappel niet zonder de vermelding van ‘smaak’ of ‘aroma’ worden afgebeeld. ‘Smaak’ of ‘aroma’ moet altijd duidelijk leesbaar nabij de afbeelding staan. Afhankelijk van de plaatsing van de afbeelding op het etiket moet de vermelding op het hoofdgezichtsveld en andere zijdes staan. Ook in de benaming moet duidelijk ‘smaak’ of ‘aroma’ worden vermeld.
Op ieder etiket moet een nettohoeveelheid of een andere hoeveelheidsvermelding worden vermeld. Er gelden regels voor de lettergrootte en volume-eenheid. Je bent niet verplicht de nettohoeveelheid op een vaste plek te vermelden. De nettohoeveelheid mag dus ook op de voorzijde van een etiket worden vermelden.
Een andere verplichting maakt echter dat dit in de praktijk vaak niet kan. Het is namelijk wettelijk verplicht dat de nettohoeveelheid in hetzelfde gezichtsveld wordt vermeld als de benaming en, wanneer van toepassing, het alcoholpercentage.
Belangrijk om het verschil te kennen tussen de benaming en commerciële naam. Met de benaming van het product bedoelen we de wettelijke benaming of handelsnaam, dus niet de commerciële naam. In de praktijk zien we vaak dat de commerciële naam op de voorkant staat en de benaming op de achterkant (of andere zijde). Vaak verschillen de commerciële naam en benaming, waardoor de nettohoeveelheid verplicht op de achterkant (of andere zijde), bij de benaming vermeld dient te worden en vermelding op de voorkant wettelijk niet volstaat.
Mocht de commerciële naam gelijk zijn aan de benaming en staat de nettohoeveelheid in hetzelfde gezichtsveld als de commerciële naam, dan kan het wel. Ook herhaling van de nettohoeveelheid op een andere zijde is toegestaan, mits de nettohoeveelheid ook vermeld wordt in hetzelfde gezichtsveld als de benaming.
Op deze vraag is het antwoord dus dat de nettohoeveelheid niet op de voorkant kan worden vermeld, wanneer alle overige verplichte informatie, waaronder de benaming, op de achterkant worden vermeld. De benaming en nettohoeveelheid moeten in hetzelfde gezichtsveld staan.
Voor alle voorverpakte levensmiddelen is een voedingswaardetabel verplicht, met minimaal informatie over de voedingsstoffen: energie, vetten, verzadigde vetzuren, koolhydraten, suikers, eiwitten en zout. Daarnaast mogen de waardes voor enkelvoudige onverzadigde vetzuren, meervoudig onverzadigde vetzuren, polyolen, zetmeel en vezels worden vermeld. Ook vitamines en mineralen mogen worden vermeld, mits ze aanwezig zijn in een significante hoeveelheid.
Anderzijds is het niet toegestaan om andere voedingsstoffen in de tabel te noemen, zoals transvetzuren of omega-3-vetzuren. De volgorde van de tabel ligt wettelijk vast en de voedingswaardevermelding moet in beginsel in tabelvorm, tenzij te weinig ruimte, dan mogen de gegevens achter elkaar worden geplaatst.
In deze vraag wordt aangegeven dat de claim ‘bron van vezels’ op het etiket staat en dat maakt dat vezels niet meer vrijwillig, maar moeten verplicht vermeld worden in de voedingswaardetabel. De voedingswaardevermelding is namelijk verplicht voor voedingsstoffen waarover voedings- en/of gezondheidsclaims worden gemaakt of voor voedingsstoffen die zijn toegevoegd. Op dit product zullen de waardes voor energie, vetten, verzadigde vetzuren, koolhydraten, suikers, vezels, eiwitten en zout vermeld moeten worden.
In dit artikel hebben we een aantal etiketteringsvragen behandeld en de bijbehorende antwoorden gegeven, gebaseerd op de relevante Europese en nationale wet- en regelgeving. Voor bedrijven is het essentieel om op de hoogte te blijven van de regels en voorschriften die van toepassing zijn op de etikettering van hun producten, zodat zij zowel aan de wet voldoen als misleiding van consumenten voorkomen.
Heb jij zelf een etiketteringsvraag of loop je tegen een specifiek probleem aan? Ons team van Labelling Specialisten staat klaar om je te helpen met deskundig advies, zodat jij kunt zorgen voor de juiste, eerlijke informatie op jouw producten.