Mensen in Nederland krijgen te veel PFAS binnen via voedsel en drinkwater. Dit blijkt uit recent onderzoek van het RIVM Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu. Hierdoor kunnen er nadelige effecten op de gezondheid ontstaan. Het RIVM adviseert de overheid daarom ervoor te zorgen dat mensen minder in contact komen met PFAS.
Op 7 februari 2023 is er een Europees voorstel tot een verbod op PFAS gepubliceerd. Het verbod gaat vanaf 2025 gelden voor de productie, gebruik, verkoop en import van ruim 10.000 chemische stoffen, die in duizenden producten zitten die we elke dag gebruiken.
Om het gezondheidsrisico voor mensen en dieren in te perken, is het dus belangrijk om zowel de (vee)voeding, het water als de bodem te analyseren. Vanaf 17 april 2023 is Normec Groen Agro Control, gevestigd in Delfgauw, geaccrediteerd om PFAS in grond en water te analyseren.
Deze accreditatie voor PFAS biedt de mogelijkheid op een makkelijke en betrouwbare manier PFAS in grond en water te monitoren. Denk hierbij aan het testen van giet water. Hierdoor voorkom je dat PFAS wordt geïntroduceerd in de grond en tenslotte in het eindproduct.
Normec Groen Agro Control bied naast het testen op PFAS ook ondersteuning bij het opzetten van monitoringsprogramma’s, monstername en oorzaakanalyses. Daarnaast is Normec Groen Agro Control ook het eerste commerciële lab in Nederland dat is geaccrediteerd om PFAS te analyseren in voedingsmiddelen. Wil je meer informatie over PFAS in de verschillende producten, dan kun je terecht op onze website www.agrocontrol.nl of via 015-2572511.
Goed drinkwater is zeer belangrijk voor de gezondheid van het vee. Een kleine verontreiniging kan al gezondheidsproblemen veroorzaken en gevolgen hebben voor de melk-en /of vleesproductie en kwaliteit. Daarom is controle van het drinkwater belangrijk. De kwaliteit van drinkwater krijgt binnen de agrosector dan ook steeds meer aandacht.
De kwaliteit van drinkwater is van veel factoren afhankelijk. Zo is de herkomst van het water een belangrijke factor. De kwaliteit van leidingwater, oppervlaktewater of bronwater kan namelijk nogal verschillen. Ook zijn zaken als het waterleidingsysteem en de drinkplekken bepalend voor de kwaliteit van drinkwater. Het is daarom ook belangrijk om wateronderzoek serieus te nemen.
Als varkens-, rundvee- of pluimveehouder ben je verplicht om 1 of meerdere malen per jaar wateronderzoek uit te voeren. Essentieel omdat drinkwaterkwaliteit van veel factoren afhankelijk is. Toch wordt wateronderzoek in veel gevallen nog gezien als een verplichting en nog wel eens ‘vergeten’. Iets wat bij veevoer-analyses minder vaak voorkomt, terwijl drinkwaterkwaliteit net zo goed bepalend is voor bijvoorbeeld de melkproductie en optimalisatie van jouw bedrijfsvoering.
Om wateronderzoek zo makkelijk mogelijk te maken bieden wij abonnementsvormen aan waardoor varkens-, rundvee- of pluimveehouders er geen omkijken naar hebben. Een abonnement houdt in dat wij de bemonstering logistiek inplannen, zodat het nemen van watermonsters en het transport zo efficiënt mogelijk kan worden uitgevoerd. Met deze onafhankelijke analyse voldoe je aan de verplichte bemonstering. Altijd conform de eisen van IKB-regeling of andere ketenconcepten (bijvoorbeeld KDV, Beter Leven Keurmerk). De abonnementen zijn op diverse manieren in te vullen. Zo kan je je beperken tot een minimale afname om te voldoen aan de verplichtingen, maar kan je er ook voor kiezen om een abonnement uit te breiden met meerdere bemonsteringen om meer inzicht in het drinkwaterkwaliteit te krijgen.
Aspergillus fumigatus is een schimmel die voorkomt in opslaghopen van organisch materiaal zoals composthopen. De resistentie van deze schimmel tegen schimmelbestrijdingsmiddelen op basis van azolen neemt steeds meer toe. Naar verwachting zal er in de toekomst strenger gekeken worden naar het gebruik van dit soort stoffen. Ook zal het aantal toegelaten middelen voor gewasbeschermingsmiddelen en biociden verder afnemen. Onze laboratoria kunnen opslaghopen van organisch materiaal onderzoeken op aanwezigheid van hoge concentraties Aspergillus fumigatus. Ook kunnen we bepalen of de aanwezige schimmel resistent is tegen azolen.
In een brief aan de minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit heeft het College voor de toelating van gewasbeschermingsmiddelen en biociden (Ctgb) aandacht gevraagd voor de problematiek omtrent de toenemende resistentie van Aspergillus fumigatus tegen schimmelbestrijdingsmiddelen op basis van azolen. Deze azolen worden gebruikt in bijvoorbeeld gewasbeschermings- en houtverduurzamingsmiddelen. Omdat in de gezondheidszorg medicijnen op basis van dezelfde azolen gebruikt worden om infecties met deze schimmel te bestrijden, kan deze resistentie problemen opleveren voor de volksgezondheid.
De tot nu toe genomen beheersmaatregelen met betrekking tot Aspergillus fumigatus, zoals het afdekken van hopen zijn niet effectief gebleken. Ook het verbieden van gebruik van azolen in de bollenteelt zal naar verwachting geen of nauwelijks effect hebben omdat de resistente van de schimmel al ver gevorderd is.
Het ontstaan van dit probleem is met name te wijten aan het brede gebruik van vergelijkbare stoffen met hetzelfde werkingsmechanismen voor zowel geneesmiddelen als andere doeleinden (gewasbeschermingsmiddelen, biociden, diergeneesmiddelen en cosmetica). Naar verwachting zal er in de toekomst (nog) strenger gekeken worden naar het gebruik van dit soort stoffen en zal het aantal toegelaten middelen voor gewasbeschermingsmiddelen en biociden verder afnemen.
Aspergillus fumigatus is een schimmel die overal voorkomt, maar met name vaak wordt aangetroffen op plaatsen waar afbraak van organisch materiaal plaatsvindt, zoals opslaghopen met plantaardig materiaal uit de landbouw (bloembollenteelt), composthopen, houtsnippers, groenafval zoals bermmaaisel of snoeiafval. Bij zogenaamde hotspots is het risico aanwezig dat bij beroeren van de hopen de sporen verwaaien en in contact komen met mensen.
Voor gezonde mensen is Aspergillus fumigatus ongevaarlijk maar voor mensen met een verminderd immuunsysteem kan blootstelling aspergillose veroorzaken, een infectie van de longen. Deze infectie wordt behandeld met azolen. Indien er sprake is van resistentie tegen deze azolen kan een infectie met Aspergillus fumigatus ernstige gevolgen hebben, soms zelfs met fatale afloop.
Het kan zinvol zijn om opslaghopen van organisch materiaal te onderzoeken op de aanwezigheid van hoge concentraties Aspergillus fumigatus voordat deze opslaghoop wordt bewogen. In ons laboratorium kunnen wij dit onderzoek uitvoeren. Tevens kunnen we bepalen of de aanwezige schimmel resistent is tegen azolen.
Behalve Aspergillus fumigatus kunnen wij ook allerlei andere schimmels onderzoeken in diverse matrices zoals grond, mest, compost, lucht en water. Denk hierbij aan diverse Aspergillus soorten zoals Penicillium, Monascus, Fusarium, Philiaphora, Scopulariopsis en Candida.
Daarnaast kunnen wij de werkzaamheid van biociden onderzoeken. Wij bepalen hierbij of het middel micro-organismen zoals bacteriën, gisten, schimmels en virussen ook werkelijk afdoodt. Om een toelating te krijgen bij het Ctgb is een dossier met onder andere deze werkzaamheidstesten een verplichting.
Heb je vragen over onderzoeken naar Aspergillus fumigatus of andere schimmelonderzoeken? Onze specialisten helpen je graag.
Neem contact opDe Europese Commissie heeft de verordening inzake maximumgehalten aan bepaalde verontreinigingen in levensmiddelen (Verordening (EG) nr. 1881/2006) vervangen door een nieuwe verordening (Verordening (EU) 2023/915 van de Commissie van 25 april 2023) die vanaf 25 mei 2023 in werking treedt. Omdat het een verordening is, is deze direct van toepassing in alle lidstaten. Wat zijn de wijzigingen?
Verordening (EG) nr. 1881/2006 van de Commissie is in het verleden vaak en ingrijpend gewijzigd, zodat de Commissie ermee instemde deze te vervangen, aangezien er nieuwe wijzigingen moesten worden aangebracht.
Contaminanten zijn stoffen die niet opzettelijk aan voedsel zijn toegevoegd. Deze stoffen kunnen in levensmiddelen aanwezig zijn als gevolg van de verschillende stadia van de productie, de verpakking en de logistiek. Ze kunnen ook het gevolg zijn van milieuverontreiniging. Aangezien verontreiniging over het algemeen een negatief effect heeft op de kwaliteit van levensmiddelen en een risico voor de menselijke gezondheid kan inhouden, heeft de EU maatregelen genomen om verontreinigingen in levensmiddelen tot een minimum te beperken.
De verordening omvat de regels en maximaal toegelaten hoeveelheden in bepaalde levensmiddelen van contaminanten. De volgende contaminanten zijn opgenomen in deze wetgeving:
De maximale toegelaten waardes voor deze contaminanten zijn in de nieuwe wetgeving grotendeels behouden gebleven.
Ten opzichte van Verordeing (EU) 1881/2006 zijn er de volgende wijzigingen:
Er zijn diverse overgangsmaatregelen bepaald in de nieuwe verordening. Deze zijn echter niet nieuw en hebben betrekking op eerder uitgebrachte amendementen op de contaminanten verordening met gewijzigde maximale gehaltes voor bepaalde verontreinigingen. In de nieuwe Verordening staan deze vernoemd in een overzicht in artikel 10. De volledige lijst van verontreinigingen en hun respectieve ML’s in bepaalde levensmiddelen is opgenomen in bijlage I bij de nieuwe verordening.
Normec Foodcare ontving in april 2023 de accreditatie voor het uitvoeren van trichine-onderzoek. In mei 2023 hebben we ook de NVWA erkenning ontvangen. Hiermee voorzien we bedrijven in de hele food sector van een breed pakket aan onafhankelijke labanalyses en aanvullend advies.
In april 2023 werd de accreditatie voor het uitvoeren van trichine-onderzoek ontvangen vanuit de Raad voor Accreditatie. En in mei 2023 werd het proces voor trichine-onderzoek erkend door de NVWA. Hiermee is het analysepakket dat Normec Foodcare aanbiedt nog verder uitgebreid. Normec Robalab voert al ruim 25 jaar laboratoriumonderzoek uit voor de agro-, feed- en foodsector. Business Unit Directeur Marieke Mooi vertelt: “Wij bieden een breed analysepakket aan voor onze klanten. Denk aan kiemgetal-analyses en pathogenenonderzoek, zoals Listeria en Salmonella. Maar ook parasitaire onderzoeken. Zo hebben we jarenlange expertise op gebied van nematologie (aaltjes in de grond). We zien de laatste tijd dat de vraag naar trichine-onderzoek in de markt toeneemt. Het uitvoeren van trichine-onderzoek is wettelijk verplicht voor varkensslachterijen en importeurs van paardenvlees en wilde zwijnen. Pas als de analyseresultaten goed zijn, mogen de karkassen worden vrijgegeven. Om bedrijven naast overige analyses snel te kunnen voorzien van betrouwbare en onafhankelijke trichine-analyses hebben wij ons analysepakket hiermee uitgebreid.”
Met haar ruime ervaring in het laboratoriumvak weet Marieke als geen ander hoe belangrijk het is dat je als bedrijf snel over de juiste informatie beschikt. “Het is als agro-, feed- of foodbedrijf prettig als je voor alle analyses en ondersteuning bij één partij terecht kunt. Wij houden nauw contact met onze klanten en bieden waar nodig aanvullend advies. Als er vragen zijn omtrent een analyse of nieuwe producten dan weet de klant ons te vinden. Een analyse is vaak meer dan alleen een getal. Het zegt iets over je werkwijze en procesbeheersing. Bij een negatief resultaat wil je snel op zoek naar de oorzaak en oplossingen. Onze specialisten helpen hierbij.”
Trichine of trichinella is een microscopisch klein wormpje dat kan voorkomen bij verschillende zoogdieren, zoals bij everzwijnen, vossen, varkens en paarden. Mensen kunnen besmet raken door het eten van rauw, onvoldoende verhit of te laag ingevroren vlees. De ziekte die hierdoor ontstaat, heet trichinellose. De ernst en de duur van de ziekteverschijnselen is afhankelijk van het aantal opgenomen trichinenlarven. Patiënten kunnen na jaren nog klachten hebben als spierpijn, vermoeidheid, hartklachten of algemene zwakte.
Om besmetting van de mens met trichine te voorkomen, regelt EU-wetgeving de bemonstering van karkassen afkomstig van risicovolle diersoorten. In de EU moeten alle geslachte varkens gecontroleerd worden op afwezigheid van trichine. Dit geldt ook voor geïmporteerd paardenvlees en wilde zwijnen. Door risicovol vlees bij slachthuizen en voedselproducerende bedrijven te onderzoeken, kan worden voorkomen dat besmet vlees.
Marieke: “In ons laboratorium onderzoeken we het vlees van varkens, paarden en wilde zwijnen op het voorkomen van larven. Dit doen we met de kunstmatige digestiemethode. Bij deze methode wordt 1 of 5 gram spiervlees in een pool van respectievelijk 100 of 20 dieren onderzocht op het voorkomen van trichinella–spierlarven. Hierbij wordt het vlees gedigesteerd in een oplossing van zoutzuur en pepsine en de verkregen digestievloeistof wordt, na het verwijderen van de grovere delen over een zeef, microscopisch onderzocht op het voorkomen van larven.”
Slacht je varkens of heeft je bedrijf te maken met de import van paardenvlees of wilde zwijnen? We helpen je graag om de nodige onderzoeken uit te voeren, zodat je er zeker van bent dat de producten aan de wetgeving voldoen. Naast trichine-onderzoek voorzien we je ook van andere microbiologische en chemische labanalyses en geven we aanvullend advies over een juiste hygiënische werkwijze.
Met de komst van het EURL Lm TECHNICAL GUIDANCE DOCUMENT on challenge tests and durability studies for assessing shelf-life of ready-to-eat foods related to Listeria monocytogenes Version 4 of 1 July 2021 zijn er weer aanvullende extra eisen gesteld aan hoe je een Challenge test voor Listeria monocytogenes moet uit voeren. Zo zal je moeten aantonen wat de spreiding is van de belangrijkste chemische parameters binnen een batch en ook de interbatchvarabiliteit van deze parameters. Daarnaast dien je ook op 5 verschillende momenten te bepalen wat het groeipotentiaal is op dat moment. Om van een officiële Challenge test te mogen spreken moet je 3 verschillende batches in zetten en mag er niet worden af geweken van dit strikte protocol.
Soms wil je echter als producent toch wel eens kijken wat je (nieuwe) product nu echt gaat doen zonder gelijk voor de volledige test te gaan. Natuurlijk heb je een inschatting kunnen maken met behulp van de voorspellende modellen en weet je waar je ongeveer uit gaat komen maar een extra bevestiging kan dan soms erg fijn zijn. Of ben je nog niet helemaal uit je recept maar wil je toetsen of je wel op de goede weg bent.
Speciaal voor deze gevallen kunnen we je bij Normec Foodlab helpen door het inzetten van een verkennende Challenge test. Door een beperkt aantal metingen te doen kan er tegen een gereduceerd tarief een indicatie worden verkregen over wat het groeipotentiaal gaat zijn binnen de gestelde THT. Samen met jou bepalen we het aantal meetpunten en of de eventuele overige parameters wel van toepassing zijn. Met behulp van deze data kan er dan worden besloten of er een volledige officiële Challenge test ingezet kan worden of dat het beter is toch de THT aan te passen of het product te herformuleren
Neem contact op met onze Commercieel Manager Zaki Al Salihi
Laat jij grondmonsters nemen voor deelname aan fosfaatdifferentiatie? Sinds 1 juli 2022 moeten zowel de analyses als de monsternames worden uitgevoerd door een RVA geaccrediteerd laboratorium. Iwan Gijsbers is Directeur Innovatie Agro bij Normec Foodcare en vertelt aan welke eisen je moet voldoen. En hoe je ervoor zorgt dat monsternames onder accreditatie worden uitgevoerd.
De hoeveelheid dierlijke mest die in Nederland mag worden toegediend aan het land is geregeld via de meststoffenwet. Iwan legt uit: “De hoeveelheid dierlijke meststoffen die je in Nederland mag toevoegen aan de grond is gekoppeld aan de voedingstoestand van je grond. Het gaat dan met name over de fosfaathoeveelheid in de grond. Als de bodem arm is aan fosfaat, is het logisch dat de grond meer fosfaat toegediend mag krijgen.” Het is hierbij niet verplicht om monsters te nemen voor fosfaatdifferentiatie. “Maar als je geen monsters neemt dan val je automatisch in de hoogste klasse”, vult Iwan aan. De wetgeving maakt onderscheid tussen de volgende fosfaatdifferentiatieklassen voor je land:
Laat je geen analyses uitvoeren? Dan val je automatisch in de klasse ‘Hoog’. Op bouwland mag je dan maximaal 40 kg fosfaat per hectare per jaar toedienen uit de mest. Voor grasland is dit getal 75 kg. “Hoe meer fosfaat je mag toedienen, hoe interessanter dit economisch en landbouwkundig gezien is”, legt Iwan uit. Tabel 1 en 2 tonen de klasses en de aanwendingsnorm per klasse. Bekijk de volledige informatie en rekenhulp op de website van RVO.
Analyses voor fosfaatdifferentiatie moesten altijd al onder accreditatie worden uitgevoerd, maar sinds 1 juli 2022 moeten ook monsternames verplicht onder accreditatie worden uitgevoerd. Iwan: “Na 1 juli hebben bedrijven te maken gehad met een overgangstermijn, maar we horen nu steeds meer geluiden uit de sector dat de NVWA aan het controleren is of de monsternames wel volgens de norm worden uitgevoerd. Als je werkt met monsternemers die niet geaccrediteerd zijn dan mag je de analysecijfers niet toepassen en kom je dus automatisch in de hoogste klasse uit.”
Monsternames kunnen door een laboratorium worden uitgevoerd, maar Iwan merkt in de praktijk dat veel bedrijven werken met tussenpersonen, zoals loonwerkers, gespecialiseerde agro-servicebedrijven of teeltbegeleiders. Hoe zorg je dan als tussenpersoon voor een accreditatie? Iwan legt uit hoe Normec Foodcare hierbij helpt: “Wij vinden het belangrijk dat tussenpersonen de monsters kunnen blijven nemen. Als geaccrediteerde organisatie voor analyses en monsternames gaan we daarom samenwerkingen aan met diverse partijen. Wij leiden die partijen op om monsternames onder onze accreditatie te kunnen blijven uitvoeren. Hiermee kunnen zowel de tussenpersonen als onze klanten aan de wetgeving blijven voldoen. De werkwijze hebben we uitvoerig uitgewerkt en afgestemd met de Raad van accreditatie.”
Neem jij monsters voor fosfaatdifferentiatie en wil je hiermee voldoen aan de accreditatie-eisen volgens de wetgeving? Of werkt jouw bedrijf nog met niet-geaccrediteerde monsternemers? Wij helpen je graag verder, zodat je voldoet aan wet- en regelgeving.
Neem contact met ons opHet eten van voedsel met de bacterie Listeria monocytogenes kan leiden tot een voedselinfectie met ernstige gevolgen. Als je werkt met voedingsmiddelen wil je er dan ook alles aan doen om een besmetting te voorkomen. Hoe je dit doet? Dat vertelt Aldo Evers, onze Senior technisch specialist. We stelden vier vragen aan Aldo over Listeriabeheersing.
In 2021 vonden in Nederland zes publieke recalls plaats vanwege Listeria monocytogenes. En ook in 2022 hebben alweer de nodige recalls het nieuws gehaald. Aldo legt uit: “Dat betekent dat diverse malen producten in de winkel hebben gelegen waar consumenten binnen de houdbaarheidstermijn (ernstig) ziek van konden worden. Dat alleen al moet een reden zijn om beheersing van Listeria hoog op de agenda te hebben staan binnen je voedingsmiddelenbedrijf.”
Listeria is naast een volksgezondheidsrisico ook een bedrijfsrisico geworden. Aldo vult aan: “Denk hierbij aan hoge kosten ten gevolge van recalls, maar ook aan aansprakelijkheid na ziekte of overlijden van consumenten ten gevolge van het eten van besmet voedsel. Het is daarom van groot belang dat binnen het bedrijf begrepen wordt waar Listeria vandaan komt. Ook moet je snappen hoe wet- en regelgeving in elkaar steekt en hoe de Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit (NVWA) hiernaar kijkt. En hoe je modelling en challengetesten toepast om voorspellingen te doen over Listeria monocytogenes en de risico’s voor je bedrijf.”
“Beheersing van Listeria is in feite voor ieder bedrijf dan met voedingsmiddelen werkt van belang. Maar extra aandacht voor Listeria is noodzakelijk in bedrijven die ready-to-eat producten produceren of verhandelen en/of producten die in categorie 1.1, 1.2 of 1.3 van Verordening (EG) Nr. 2073/2005 vallen”, legt Aldo uit. In de Verordening worden onder de genoemde paragrafen de volgende producten weergegeven:
Om besmettingen en uitgroei van Listeria monocytogenes binnen je bedrijf te voorkomen, moet je goed geïnformeerd zijn en de juiste stappen kennen. Aldo vertelt hierover: “Je moet kennis hebben van bestaande wet- en regelgeving en hoe je deze moet lezen en interpreteren. Ook is het van belang dat je weet hoe je een Listeria studie uitvoert en dat je inzicht hebt in de rol van modellen en challengetesten, het gebruikt van data, verschillende analyses en voedselbemonstering. Met moderne DNA technieken is bovendien te achterhalen waar Listeria mogelijk vandaan komt. En als je van dit alles op de hoogte bent, is het ook goed om te weten wat de zienswijze van de NVWA is met betrekking tot Listeria monocytogenes.” Voor Listeriabeheersing binnen je bedrijf is dus veel kennis en ervaring benodigd. Aldo vult aan: “Omdat we weten hoe fout het kan gaan en hoe groot de gevolgen zijn, vinden we het belangrijk om verantwoordelijken in de food sector van de juiste kennis en praktijkervaring te voorzien. Dit realiseren we tijdens de tweedaagse Cursus Listeria van Wageningen University & Research, in samenwerking met Normec Foodcare.”
“Ieder bedrijf is anders en elke situatie vraagt om een andere wijze van beheersing. Door diverse praktijkvoorbeelden en -oplossingen te leren kennen en daadwerkelijk aan de slag te gaan met je eigen bedrijfsprocessen, begrijp je steeds beter welke acties nodig zijn binnen je bedrijf. Tijdens de cursus delen sprekers uit de voedingsmiddelensector hun praktijkervaringen. Hiermee geven zij inzicht in hoe binnen het bedrijf omgegaan is met diverse Listeria vraagstukken. Vervolgens wordt tijdens een praktische workshop de opgedane kennis ook echt in de praktijk gebracht. Na afloop ben je in staat om zelf te bepalen wat de risicovolle producten en processen binnen je bedrijf zijn en hoe je hier een beheersplan voor maakt en implementeert”, sluit Aldo af.
‘Zero risk’ bestaat niet, maar je kunt de kans op een Listeria-uitbraak wel degelijk verkleinen. Door goed op de hoogte te zijn van de maatregelen die je kunt nemen en te weten hoe je moet handelen bij een besmetting, verklein je de kans op een uitbraak aanzienlijk. Voorkom fouten en doe gerichte kennis en ervaring op tijdens de tweedaagse Cursus Listeria van Wageningen Academy, in samenwerking met Normec Foodcare (14 en 15 november 2023). Als klant van Normec Foodcare ontvang je bovendien € 150,- korting op de Cursus Listeria. Vermeld de code NORMEC-LIS-2023 bij de opmerkingen op het inschrijfformulier.
Aanmelden voor de cursus ListeriaVoedselverspilling is een hardnekkig probleem voor iedere partij in de hele keten; van boer tot bord wordt veel verloren. In de whitepaper Minimaliseren van voedselverspilling onderzoeken we duurzaamheid en houdbaarheid in relatie tot voedselveiligheid en het spanningsveld daartussen. Ook belichten we mogelijkheden die bijdragen aan duurzaamheid door voedselverspilling te voorkomen.
De volgende onderwerpen komen in de whitepaper aan bod:
Laat je gegevens achter en download direct de whitepaper.
Uit onderzoek is gebleken dat ca. 10 % van de 88 miljoen ton jaarlijkse voedselverspilling in de EU gerelateerd is aan de datumaanduiding. De Europese Commissie heeft daarom richtsnoeren opgesteld over de datumaanduiding. Hierbij is rekening gehouden met een belangrijke voorwaarde: het verminderen van voedselverspilling mag nooit de voedselveiligheid in gevaar brengen. In de whitepaper delen we een stappenplan voor het vaststellen van de microbiologische houdbaarheid van levensmiddelen.
Laat je gegevens achter en download direct de whitepaper
DownloadenBij de teelt van spruitkool is de stikstof bemesting belangrijk. Voldoende bemesting geeft een goede opbrengst van goede kwaliteit. Voor spruitkool betekent dit ook een gewas dat goed oogstbaar is.
Bladstelenonderzoek helpt u om de spruiten gecontroleerd naar de gewenste lengte te laten groeien. Het bladstelenonderzoek brengt het groeiverloop van de spruitenplant nauwkeurig in beeld. Het voordeel is dat we tijdig kunnen bijsturen met een stikstof overbemesting.
Tijdens de groei van het gewas kunnen weersomstandigheden heel gunstig zijn voor de groei. Waardoor de plant de werking van meststoffen en de mineralisatie van de bodem volledig benut. U meet dat in de bladstelen.
Aan de andere kant kan door regen of zelfs extreme neerslag het stikstofgehalte in de grond zeer laag worden. In dat geval binnen is dat binnen enkele dagen zichtbaar in de bladstelen.
Overbemesten wanneer het gewas het voor het oog laat zien is veelal te laat. De ‘conditie’ van de plant is dan vaak te ver teruggezakt om ongestoord in de lengte door te groeien. Met behulp van bladstelenonderzoek is de noodzaak van bij bemesten zo’n 10-14 dagen eerder vast te stellen.
Als u wilt gaan toppen, kan dat als de stand van het gewas dat toelaat, dat is wanneer het nitraatgehalte onder de 5.000 mg NO3/kg ds komt.
Opgeven voor het bladstelenonderzoek kan via de button hier beneden. Na opgave op de website van Normec Groen Agro Control ontvangt u van ons monsterzakjes en materiaal om uw monsters te versturen.
Meld je aan voor bladstelenonderzoekNeem contact op met onze Productmanager Akkerbouw, vollegrondsgroenteteelten grasland Joke de Geus
Door bundeling van alle expertises helpt Normec Foodcare met allerhande vraagstukken en oplossingen op het gebied van procesbeheersing, kwaliteit en voedselveiligheid, laboratoriumonderzoek, smaaktesten, QA-automatisering, flexibele inzet van kwaliteitsmanagers en keurmeesters, opleidingen en trainingen, risicomanagement en etiketcontrole.
Wil u meer weten? Neem contact met ons op.
Ben jij enthousiast over deze e-learning module? Bekijk dan de andere e-learning modules en trainingen in ons aanbod. Natuurlijk kan je ons ook altijd bellen voor een adviesgesprek, we horen graag van je!