Komkommers: sealen of niet sealen?

Het reduceren van derving en “food waste” is bij veel supermarktketens en hun leveranciers prioriteit geworden. Tegelijkertijd is het reduceren van plastic óók een hot topic. Echter hebben sommige groentes een plasticje nodig om de kwaliteit te blijven behouden.

Supermarkten proberen voedselverspilling zo veel mogelijk tegen te gaan. Jaarlijks worden grote hoeveelheden producten weggegooid omdat de kwaliteit niet meer goed is of omdat producten over hun uiterste houdbaarheidsdatum gaan. Dat kost geld en is slecht voor het milieu.

Tegelijkertijd is het reduceren van plastic in de supermarkt prioriteit geworden. Veel supermarktketens hebben uitgebreide programma’s om het gebruik van plastic te reduceren en waar mogelijk te elimineren. De voordelen voor het milieu lijken duidelijk.

Verpakkingsmateriaal tegen derving

Echter: wat te doen als verminderd gebruik van plastic leidt tot hogere derving? In de AGF-categorie zijn weinig onderwerpen zo complex als het gebruik van verpakkingsmateriaal om derving tegen te gaan. Dit geldt onder andere voor komkommers. Bij het kiezen van komkommers maken consumenten hun selectie in eerste instantie op basis van uiterlijk. Als de schil is beschadigd, de kleur te licht of vergeelt is of de producten minder stevig of zelfs slap zijn, laten consumenten komkommers in de supermarkt liggen.

cucumbers-3809535_1920

Komkommers verliezen makkelijk vocht. Dit resulteert in minder stevige of zelf slappe komkommers die de smaak en textuur beïnvloeden. Dit is voor de consument niet aantrekkelijk. Het plastic om de komkommer voorkomt dit vochtverlies waardoor komkommers steviger blijven. Ondanks de noodzaak het gebruik van plastic in AGF te verminderen, zijn verpakte komkommers langer houdbaar en dat reduceert de derving.

Milieuvriendelijke verbeteringen

De belangrijkste vraag is dan ook: kunnen we een goede balans vinden tussen het reduceren van het gebruik van plastic en het optimaliseren van derving? Helpt misting bijvoorbeeld op het schap om het vochtverlies te beperken? Is het mogelijk om Nederlandse komkommers die een kortere afstand afleggen zonder folie in het schap te leggen en alleen geïmporteerde komkommers te sealen? Helpen natuurlijke coatings om derving te verminderen? Wij helpen u graag bij deze vragen.

Jouw partner in de wereld van AGF

Kwaliteit en beschikbaarheid van groente en fruit fluctueren doorlopend. Naast dagelijkse werkzaamheden zoals het keuren van AGF zijn er nieuwe uitdagingen. Denk aan het reduceren van verpakkingsmaterialen, de toenemende focus op smaak, de AGF-kennis van nieuw personeel, het verbeteren van specificaties, het optimaliseren van seizoensovergangen en de introductie van nieuwe teelttechnieken.

In deze complexe groente- en fruitwereld is Normec Foodcare jouw partner. Wij geven je grip op de kwaliteit van AGF. Dit doen wij door:

  • Monitoren van kwaliteit in de supermarkt
  • Productvergelijkingen
  • Houdbaarheidstesten
  • Smaakonderzoek
  • Winkelinspecties
  • Productspecificaties
  • Detachering keurmeesters & kwaliteitsmanagers
  • Opleidingen kwaliteit AGF

Ons team van AGF-experts en keurmeesters is er voor jou. Met vele jaren aan kennis en ervaring weten wij als geen ander hoe je als teler, importeur of supermarktketen het verschil kunt maken in AGF.

Hulp nodig?

Wij helpen je graag met complexe kwaliteitsvraagstukken. Samen met jou maken we het verschil in het dagelijks leven van de consument. Bekijk wat wij voor je kunnen betekenen of neem contact met ons op. Onze AGF-experts helpen je graag.

E-learning Citrus

Elke AGF-medewerker komt in aanraking met citrusfruit. In deze e-learning module kom je te weten wat de eigenschappen van verschillende citrusvruchten zijn en hoe de verschillende vruchten smaken. Tevens is het van belang om te weten hoe je citrusfruit moet opslaan om de kwaliteit te waarborgen. Na deze E-learning zal de medewerker zich bewust zijn van de kwaliteit van het citrusfruit.

Inhoud

  • Productomschrijving
  • Kwaliteitseisen
  • Smaak
  • Opslag en houdbaarheid

De voordelen van E-learning

Een groot voordeel van online trainingen is dat je deze waar en wanneer je maar wilt, kan volgen. De E-learning wordt afgesloten met een toets en de deelnemer ontvangt bij goed gevolg een certificaat.

Volg direct de E-learning Citrus

Wil je direct de E-learning Citrus volgen of laten volgen door één of enkele medewerkers? Vul dan het formulier in om de training aan te schaffen. Je ontvangt een inlogcode per e-mail waarmee je direct toegang hebt tot de E-learning.

Alle medewerkers trainen

Als je meerdere medewerkers binnen je organisatie wilt trainen, biedt deze training in combinatie met Normec Academy een mooie oplossing. Met een maatwerk training kun je onbeperkt medewerkers én uitzendkrachten trainen en heb je op ieder moment inzichtelijk welke medewerkers geslaagd zijn voor de training. Neem voor meer informatie contact op met één van onze adviseurs voor een persoonlijk advies, via info@normectraining.com of vul onderstaand contactformulier in.

 

Duurzaamheidsadvies en begeleiding

Het onderwerp duurzaamheid staat bij veel bedrijven in de voedselketen hoog op de agenda. Voedselsystemen stoten 29% van wereldwijde broeikasgassen uit en voedselproductie is gelinkt aan 70% biodiversiteitsverlies op het land. Dit zijn enkele cijfers uit het WWF Eetplan voor de planeet. Maar waar moet je beginnen en hoe levert je bedrijf een bijdrage aan een betere wereld?

Het leveren van een bijdrage aan een duurzame voedselketen, begint met het nemen van verantwoordelijkheid. Stap één is dat duurzaamheid een onderdeel vormt van het bedrijfsbeleid. Daarnaast moet je de reductie- en recyclemogelijkheden van je bedrijf onderzoeken en toepassen. Wij noemen dit ook wel ‘de drie R’en’: Responsibility, Reduce en Recycle. Met deze stappen zet je duurzaamheidsambities om tot concrete acties voor het behalen van de duurzaamheidsdoelstellingen in je organisatie. Je staat er niet alleen voor. Normec Foodcare helpt je bij iedere stap. Samen zorgen we voor goed en veilig voedsel én een duurzame voedselketen waarmee goed en veilig voedsel ook in de toekomst ook beschikbaar zal blijven.

Responsibility

Duurzaam ondernemen betekent ook verantwoord ondernemen. Je moet voldoen aan wet- en regelgeving. Daarnaast worden vanuit afnemers specifieke certificaten gevraagd, zoals een milieumanagement certificaat of MVO-prestatieladder. Deze certificeringsnormen geven je daarnaast een richtlijn om diverse duurzaamheidsdoelstellingen binnen je bedrijf door te voeren. We helpen je bij het implementeren van wet- en regelgeving en certificeringsnormen, het uitvoeren van audits, begeleiding van het certificeringstraject en audits en inspecties vanuit overheidsinstanties. Verantwoord ondernemen heeft ook te maken met transparantie, bijvoorbeeld in de vorm van rapportages. Ook de ambitie om te werken aan een gezonde voedselketen is een vorm van verantwoord ondernemen. Ook hier kunnen wij je bij ondersteunen.

Duurzaamheidsadvies en begeleiding in het kort

  • Maak het verschil bij een duurzame voedselketen
  • Realiseren van quick wins
  • Opstellen doelstellingen voor de langere termijn

Hulp nodig op het gebied van Duurzaamheidsadvies en begeleiding?

danny-juiste-formaat-website

Neem contact op met onze Commercieel Manager Danny Kracht

Neem contact op

Recycle

Recycling is een belangrijke stap in het realiseren van een duurzame bedrijfsvoering, maar ook van een duurzame voedselketen. Verpakkingsmaterialen en afvalstromen spelen hierbij een belangrijke rol. We adviseren je over mogelijkheden en kansen als het gaat om hergebruik van materialen, afvalstromen, rework en gebruik van recyclebare verpakkingsmaterialen. Ook hierbij blijven voedselveiligheid en kwaliteit bovenaan staan, zodat je klanten verzekerd zijn van goede en veilige producten.

Je staat er niet alleen voor

Waar moet je beginnen? En hoe zorg je dat duurzaamheidsmaatregelen niet ten koste gaan van je voedselveiligheid en productkwaliteit? Je staat er niet alleen voor. Samen met jou onderzoeken we waar jouw bedrijf het verschil kan maken als het gaat om een duurzame voedselketen. We kijken naar de quick wins en doelstellingen voor de langere termijn. Onze diensten sluiten aan bij verschillende Sustainable Development Goals (SDG’s) van de Verenigde Naties en helpen je om duurzaamheidsdoelstellingen te behalen. We helpen je bij iedere stap.

Betrouwbare hulp bij duurzaamheidsadvies en begeleiding

Advies nodig over duurzaamheid? Of liever directe begeleiding? Onze specialisten helpen je graag. Neem contact met ons op voor meer informatie.

danny-juiste-formaat-website
Danny Kracht

Commercieel Manager

Neem contact op

Hoe maak je producten duurzamer, beter en gezonder en hoe zog je ervoor dat jouw organisatie niet achterloopt op het gebied van duurzaamheid, maar juist wordt gezien als innovatieve en duurzame organisatie? Normec Foodcare helpt je bij iedere stap. Samen zorgen we voor goed en veilig voedsel én een duurzame voedselketen waarmee goed en veilig voedsel ook in de toekomst ook beschikbaar zal blijven.

Voeding voor gewichtsbeheersing: samenstellings- en etiketteringseisen 

Verordening (EU) nr. 609/2013 is de basis voor de Europese regels voor onder andere de dagelijkse voeding en volledig vervangende producten voor gewichtsbeheersing. De samenstelling en etikettering van deze producten moet aan verschillende eisen voldoen. Gedetailleerde voorschriften die zijn vastgelegd in Gedelegeerde Verordening (EU) nr. 2017/1798 zijn eind 2022 gewijzigd. Wat houden deze wijzigingen in? 

Gedelegeerde verordening

De Gedelegeerde Verordening (EU) nr. 2017/1798  werd initieel gepubliceerd op 7 oktober 2017. Eind 2022 werd deze gewijzigd en deze wijzigingen zijn vanaf 27 oktober 2022 van kracht. Gedelegeerde Verordeningen bevatten regels waarmee verdere invulling wordt gegeven aan eerder vastgestelde wetgeving. Ze zijn direct toepasbaar en hoeven niet te worden omgezet in nationale wetgeving. 

Voorschriften

In de Gedelegeerde Verordening (EU) nr. 2017/1798 staan de bijzondere samenstellings-en informatievoorschriften voor de dagelijkse voeding en compleet vervangende producten voor gewichtsbeheersing welke bedoeld zijn voor gezonde mensen met overgewicht of obesitas die gewichtsverlies voor ogen hebben. Naast dat deze producten moeten voldoen aan Verordening (EU) nr. 609/2013 en Gedelegeerde Verordening (EU) nr. 2017/1798, moeten zij in elke lidstaat waarin ze op de markt worden gebracht worden aangemeld bij een bevoegde instantie. 

Per 29 november 2022 zijn nieuwe eisen ingegaan ten aanzien van de samenstelling. Het betreft eisen voor de stoffen linolzuur, α-linoleenzuur en magnesium. De eisen zijn minder streng geworden, daarom mogen de nieuwe eisen direct door bedrijven gebruikt worden.  

Oude vereisten (tot 29 november 2022)  Nieuwe vereisten  (vanaf 29 november 2022) 
Minimaal 11 g linolzuur per volledig dagrantsoen   Geen eis 
Minimaal 1,4 g alfa-linoleenzuur per volledig dagrantsoen  Minimaal 0,8 g per volledig dagrantsoen 
Maximaal 250 mg magnesium per volledig dagrantsoen  Maximaal 350 mg magnesium per volledig dagrantsoen 

Wat moet er verplicht vermeld worden?

De eisen voor de samenstelling van de producten worden beschreven in de bijlagen van Verordening (EU) nr. 2017/1798. Dit omvat minimumhoeveelheden betreffende energie, eiwitten, choline, vetten, koolhydraten, vitaminen en mineralen en vereisten voor de aminozuursamenstelling. Andere stoffen mogen alleen aan het product worden toegevoegd, wanneer blijkt dat deze geschikt zijn volgens algemeen aanvaarde wetenschappelijke gegevens. 

Het gebruik van voedings- en gezondheidsclaims is verboden, behalve de voedingsclaims ‘zeer caloriearm dieet’ of ‘caloriearm dieet’ en ‘toegevoegde vezels’. Het gebruik is alleen toegestaan wanneer de claim voldoet aan de eisen genoemd in artikel 5 en 6 van Verordening (EU) nr. 2017/1798. 

Naast de verplichte vermeldingen benoemd in Verordening (EU) nr. 1169/2011, moet ook het volgende worden benoemd op het etiket: 

  • De vermelding dat het product alleen bedoeld is voor gezonde volwassenen met overgewicht of obesitas die gewichtsvermindering willen bereiken; 
  • De vermelding dat het product niet zonder medisch advies gebruikt mag worden door zwangere of borstvoeding gevende vrouwen, adolescenten of door mensen met een medische aandoening zonder medisch advies; 
  • De vermelding dat het product voorziet in de dagelijks benodigde hoeveelheid van alle essentiële nutriënten, wanneer gebruikt volgens de gebruiksaanwijzing; 
  • De vermelding dat het product zonder medisch advies niet langer dan acht weken achtereen mag worden gebruikt, of herhaaldelijk voor kortere periodes dan deze acht weken, door gezonde volwassenen met overgewicht of obesitas; 
  • De vermelding dat het belangrijk is dat men dagelijks voldoende vloeistof tot zich neemt; 
  • Indien nodig: een gebruiksaanwijzing voor de juiste bereiding van het product en een vermelding dat het belangrijk is die gebruiksaanwijzing te volgen;
  • Indien een product bij gebruik volgens de aanwijzingen van de fabrikant tot inname van meer dan 20 g polyolen per dag leidt: een vermelding dat het levensmiddel een laxerende werking kan hebben; 
  • Indien geen voedingsvezels aan het product worden toegevoegd: een vermelding dat medisch advies moet worden gevraagd met betrekking tot de mogelijkheid om het product met voedingsvezels aan te vullen. 
  • Het is niet toegestaan om een melding te maken van de snelheid of mate van de gewichtsvermindering, die het gevolg kan zijn van het gebruik van het product. 
  • De voedingswaardedeclaratie moet vermeld worden zoals benoemd in Verordening (EU) nr. 1169/2011. Daarbij is het ook verplicht de hoeveelheid vitaminen en mineralen die in bijlage 1 van Verordening (EU) nr. 2017/1798 zijn opgenomen, choline en, indien deze zijn toegevoegd, de hoeveelheid vezels te benoemen; 
  • In tegenstelling tot de regelgeving voor “normale” voeding, moet de voedingswaardedeclaratie uitgedrukt worden per volledig dagrantsoen en per portie en/of consumptie-eenheid van het product, na bereiding volgens de instructies. Op vrijwillige basis mag de declaratie per 100 g of 100 ml benoemd worden. Echter is het niet toegestaan om hierbij percentages van de referentie-innames te benoemen; 
  • Het is niet toegestaan om de voedingswaardedeclaratie te herhalen. 

Melding aan de bevoegde autoriteit

Tot slot legt Verordening (EU) nr. 2017/1798 de verplichting op dat exploitanten van levensmiddelenbedrijven de informatie op het etiket van de producten moeten melden aan de bevoegde autoriteit van elke lidstaat waar de producten worden verkocht. Er moet een kopie van het product etiket worden aangeleverd, met daarbij alle andere informatie die kan worden gevraagd om aan de Verordening te voldoen. Een lidstaat kan ervoor kiezen af te zien van deze verplichting als zij een alternatief en efficiënt systeem aan kan bieden om de naleving te controleren. 

Wat is een clean label?

Clean labelling speelt een steeds grotere rol in zowel de productontwikkeling als de etikettering en marketing van voedingsmiddelen. Met clean labelling wordt ingespeeld op de behoefte van de consument aan producten met natuurlijke, herkenbare ingrediënten, zonder al te veel toevoegingen. Consumenten willen terug naar de basis. Maar wat is dat eigenlijk, een clean label? En waar moet je op letten?

Wat houdt een clean label in?

De één verstaat wat anders onder clean label dan de ander. Een eenduidige definitie is er niet. Clean label wordt vaak als overkoepelende term gebruikt voor meerdere kenmerken die de consument aanspreken. Voorbeelden waar aan gedacht wordt bij clean label zijn:

  • Geen E-nummers
  • Natuurlijke ingrediënten
  • Geen kunstmatige toevoegingen
  • Zo min mogelijk bewerkt
  • Korte lijst van ingrediënten
  • Transparante samenstelling
  • Herkenbare ingrediënten
  • Begrijpelijke, eenvoudige ingrediëntendeclaratie
  • ‘Vrij van..’

Als je als fabrikant een product met een ‘clean label’ op de markt wilt brengen, is het dus goed om hier bij de samenstelling van het product al rekening mee te houden.

Claims

Naast de ingrediënten van het product, spelen ook de claims op de verpakking een grote rol bij clean labelling. Er wordt vaak gebruik gemaakt van claims zoals: ‘natuurlijk’ en ‘vrij van…’ .

Voedingsclaims moeten voldoen aan Verordening (EU) Nr. 1924/2006, de zogenaamde Claim verordening. Hierin staan voorwaarden vastgesteld waaraan moet worden voldaan om bijvoorbeeld de claim ‘zonder toegevoegde suikers’ te mogen gebruiken.

Daarnaast gelden de algemene uitgangspunten uit Verordening (EU) Nr. 1169/2011. Zo mag voedselinformatie niet misleidend zijn ten aanzien van onder andere de aard, eigenschappen of samenstelling. Ook mag je niet misleiden door te suggereren dat het levensmiddel bijzondere kenmerken heeft terwijl alle soortgelijke levensmiddelen dezelfde kenmerken hebben, met name door nadrukkelijk te wijzen op het ontbreken of aanwezig zijn van bepaalde ingrediënten en/of voedingsstoffen.

Dus juist ook bij de etikettering en marketing van een ‘clean label’ product is het belangrijk om te controleren met welke wetgeving je te maken hebt en of wordt voldaan aan de gestelde eisen.

Hulp nodig bij het opstellen van een clean label?

Heb je vragen over clean labelling en de juiste manier van etiketteren? Onze etiketteringsspecialisten ondersteunen je graag.

Neem contact met ons op

Aankomende wijzigingen in Europese regelgeving 

Dit is een premiumartikel. Premiumartikelen maken deel uit van het Normec Foodcare Kenniscentrum abonnement.  Alle kennis en ervaring vanuit elke expertise komt samen in de Kennisbank. Je vindt hier alle relevante informatie over diverse productgroepen en wetgeving. Benieuwd? Lees wat het Normec Foodcare Kenniscentrum jou kan bieden.

In dit artikel lichten we een aantal aankomende wijzigingen in Europese wetgeving toe die van toepassing zijn in de voedingsindustrie en naar verwachting dit jaar zullen worden gepubliceerd. De wijzigingen gaan over diverse onderwerpen. Zoals residuen van bestrijdingsmiddelen, biologisch (zee)zoutantimicrobiële stoffen in geïmporteerde dieren of producten van dierlijke oorsprong en novel foods 

Residuen van bestrijdingsmiddelen 

Draft verordeningen zijn opgesteld over (residuen van) bestrijdingsmiddelen:  

  • Toelating voor de actieve stof oxamyl wordt niet verlengd. Dit gebeurt op basis van evaluatie van mogelijke risico’s voor onder andere consumenten die levensmiddelen eten met de stof erin of water drinken waarin metabolieten van de stof voorkomen en voor de gebruikers van het bestrijdingsmiddel met oxamyl als actieve stof. De respijtperiode (om de bestaande voorraden te verwijderen, op te slaan, op de markt te brengen en te gebruiken) van bestrijdingsmiddelen met oxamyl is 12 maanden na van kracht worden van de Verordening. De publicatie van de Verordening wordt verwacht in kwartaal 2 van 2023.  
  • Ook de toelating van de actieve stof ipconazole wordt niet verlengd. Voor vogels zijn op lange termijn te veel negatieve effecten te verwachten. In kwartaal 2 van 2023 wordt goedkeuring van de Europese Commissie verwacht. De respijtperiode is 6 maanden na het van kracht worden van de verordening.  
  • De MRL’s (maximum residu levels) van de bovengenoemde twee stoffen, zoals vastgelegd in Verordening (EG) nr. 396/2005, worden hierop ook aangepast. 
  • De MRL’s voor phosmet worden aangepast. De stof is in de EU niet toegestaan. Lagere MRL’s zijn vastgesteld na verwijderen van informatie over oude vormen van gebruik waarvoor een mogelijk gezondheidsrisico niet kan worden uitgesloten. Publicatie van de nieuwe Verordening wordt verwacht in april 2023 en de Verordening is 3 maanden na het van kracht worden van toepassing. 

Biologisch zout en zeezout 

Een nieuwe Europese Verordening omvat regels voor de productie van organisch zeezout en ander zout bestemd voor levensmiddelen of diervoeder, als wijziging/aanvulling van Verordening (EU) 2018/848. In deze Verordening ‘inzake biologische productie en etikettering van biologische producten’ waren alleen productiemethoden voorgeschreven voor agrarische producten. De nieuwe eisen voor biologisch zout omvatten onder andere eisen ten aanzien van de grondstof (niet vervuild zeewater, zoutafzettingen op rotsen, natuurlijk pekel of zoutmeren), het productieproces ( zo min mogelijk milieuvervuiling veroorzaken, een omschakelingsperiode van 6 maanden) en de samenstelling (geen gebruik van additieven en proceshulpstoffen, eventuele overige ingrediënten zijn organisch). Verwacht wordt dat de Europese Commissie in april 2023 de conceptverordening goedkeurt. Zo gauw de Verordening wordt gepubliceerd (publicatiedatum nog onbekend), is de verordening na 20 dagen van toepassing.  

Antimicrobiële stoffen in dieren en dierlijke producten 

In de ontwerpverordening staan eisen voor dieren en producten van dierlijke oorsprong, bestemd voor menselijke consumptie, die vanuit derde landen de EU worden ingevoerd. De eisen betreffen het verbod op het gebruik van antimicrobiële stoffen voor groeibevordering en opbrengstverhoging en het verbod op het gebruik van bepaalde antimicrobiële stoffen die zijn gereserveerd voor de behandeling van infecties bij mensen. Preventie van microbiële resistentie is een belangrijk doel. Denk hierbij ook aan middelen die voor mensen worden gebruikt en soms het enige werkzame middel zijn voor een bepaalde ziekte. De Verordening is een aanvulling op Verordening (EU) 2019/6. Omdat deze Verordening samenhangt met andere Verordeningen, is er geen informatie over de verwachte publicatie en het van toepassing worden. 

Novel foods 

Elk jaar worden vele besluiten gepubliceerd over de toelating of afwijzing van novel foods. Sinds 1 januari 2018 zijn 275 autorisatie-aanvragen (Art 10) en 40 kennisgevingen (traditionele voedingsmiddelen) in behandeling. Komend jaar zijn daarom net als afgelopen jaar diverse verordeningen met een toelating of afwijzing te verwachten.  

Je las een premiumartikel van het Normec Foodcare Kenniscentrum. Smaakt het naar meer? Bekijk dan de mogelijkheden van het Kenniscentrum abonnement. Hiermee heb je direct toegang tot alle kennis.

Blootstelling aan residuen van bestrijdingsmiddelen 

Consumenten krijgen bij het eten verschillende residuen van bestrijdingsmiddelen binnen. Bijvoorbeeld door het eten van groenten, fruit of graanproducten. In 4 alinea’s informeren we je over actuele onderzoeken die een beeld geven van de blootstelling aan residuen van bestrijdingsmiddelen  of die gezondheidseffecten geven bij cumulatieve of chronische blootstelling en aan welk beleid gewerkt wordt 

Blootstellingsonderzoek 

Een internationaal onderzoek van vijf Europese landen (Tsjechië, Hongarije, Letland, Spanje en Nederland) laat zien dat in de urine van mensen vaak residuen van bestrijdingsmiddelen of afbraakproducten van bestrijdingsmiddelen worden gemeten; in 84% werden 2 of meer residuen aangetroffen. Het vaakst werden chloorprofam en acetamiprid (of hun afbraakproducten) aangetroffen. Een verschil tussen mensen die leven in agrarische gebieden ten opzichte van mensen die leven in stedelijk gebied, net als invloed van seizoenen, werd waargenomen, maar bleek niet consistent bij de vijf deelnemende landen. Wel zijn er verschillen waargenomen in de kans op detectie van residuen van bestrijdingsmiddelen bij kinderen ten opzichte van volwassenen. Mogelijk wordt dit verschil veroorzaakt door een andere blootstelling en/of afbraak in het lichaam. Kinderen eten relatief gezien (per kilogram lichaamsgewicht) gewoonlijk meer dan volwassenen. Toch zijn bepaalde residuen vaker aangetroffen in de urine van kinderen.  

Herhalingsonderzoek effecten op zenuwstelsel Nederland 

Het risico van de consumptie van verschillende residuen is berekend in een onderzoek uitgevoerd door het RIVM. Specifiek is gekeken naar mogelijke gezondheidseffecten op het zenuwstelsel. De huidige Nederlandse, gelijktijdige blootstelling aan verschillende residuen van bestrijdingsmiddelen blijkt geen nadelig effect te hebben op het zenuwstelsel. Eerder onderzoek uit 2020 naar de gelijktijdige consumptie van verschillende residuen van bestrijdingsmiddelen, de zogenaamde cumulatieve blootstelling, had dezelfde resultaten. Wel bleek in het recentste onderzoek, over de periode 2019-2021, dat de blootstelling lager is geworden. Het onderzoek was gericht op twee specifieke groepen gewasbeschermingsmiddelen die invloed kunnen hebben op het zenuwstelsel. De ene groep van residuen kunnen effecten hebben op de doorgifte van signalen in het zenuwstelsel, de andere groep beïnvloedt de aansturing van het bewegingsapparaat.  

Chronische blootstelling België 

Zoals in elke EU lidstaat gebeurt, onderzoekt het Federaal Agentschap voor de Veiligheid groenten en fruit (en andere producten) op de aanwezigheid van residuen van bestrijdingsmiddelen. Op basis van de resultaten in de periode 2014 tot en met 2020 blijkt volgens het rapport van de Wetenschappelijk Comité (SciCom) dat de chronische blootstelling aan residuen van Belgische consumenten geen risico inhield. Dit geldt ook voor kinderen en voor grote eters van groenten en fruit. Het voedingsadvies van de overheid stuurt aan op meer consumptie van groeten en fruit. Ook bij hogere consumptie zijn geen nadelige effecten te verwachten kijkend naar de lange termijn blootstelling. Het onderzoek bekeek niet de cumulatieve inname. In het onderzoek werden 44 verschillende residuen meegenomen, geselecteerd op basis van de frequentie van aangetroffen monsters, vanwege hun toxiciteit (lage ADI waarde) en representativiteit (afdoende aantal monsters onderzocht op het residu). 

Beleid Zeer Zorgwekkende Stoffen (ZZS) in bestrijdingsmiddelen 

ZZS zijn stoffen die giftig zijn bij lage concentraties, zich ophopen in het milieu, zeer slecht afbreekbaar zijn en kankerverwekkend en/of schadelijk zijn voor de voortplanting. ZZS komen volgens een onderzoek van het RIVM in 20% van de bestrijdingsmiddelen voor, in 10% zitten stoffen die verdacht ZZS zijn en in 5% zitten per- en polyfluoralkylstoffen (PFAS), allen in gehalten met aanvaardbare risico’s voor mens. Nederland heeft het beleid de uitstoot van zogenaamde Zeer Zorgwekkende Stoffen (ZZS) door bedrijven te minimaliseren. Lastig is dat er verschillende lijsten van ZZS zijn (nationaal en internationaal), met verschillende stoffen. Bij de toelating van bestrijdingsmiddelen wordt bijvoorbeeld een andere ZZS lijst gebruikt dan in de REACH verordening. Het uitvoeren van beleid wordt daardoor bemoeilijkt. Enkele aanbevelingen van het RIVM zijn het afstemmen van stofdefinities en aanvullend onderzoek om het gebruik (de hoeveelheden) van bestrijdingsmiddelen met ZZS te inventariseren. 

Basisvoorwaardenprogramma: bewaken van de koude keten 

In de Codex Alimentarius ‘General Principles of food hygiene staan basisvoorwaarden opgenomen. Voor producten die bederfelijk zijn is het behouden van de juiste temperatuur belangrijk; vanuit kwaliteitsoogpunt en – afhankelijk van het type product – ook wat betreft de voedselveiligheid. Wat zijn de eisen in het basisvoorwaardenprogramma van de Codex over de koude keten en welke aandachtspunten zien we vanuit de praktijk? 

Codex basisvoorwaarden 

In de Codex ‘General Principles of Food Hygiene’ zijn diverse aspecten benoemd in relatie tot de koelketen. Zo moeten procedures opgesteld zijn om te  voorkomen dat bederf optreedt tijdens verwerken, opslag en transport en met passende maatregelen zoals temperatuurcontrole.  Temperatuurcontrole begint bij de controle van inkomende goederen. Voorzieningen zijn nodig om de juiste temperatuur te kunnen regelen in het proces of de productieruimtes, alsook geschikte opslagruimten en vervoermiddelen waarin temperatuurbeheersing mogelijk is.   

Het handhaven (of bereiken) van de juiste temperatuur wordt ondersteund door onder andere adequate ventilatie, controle van de temperatuur met geschikte en gekalibreerde meetapparatuur, het stellen van grenzen voor tijd- en temperatuurschommelingen en het nemen van adequate en vastgelegde maatregelen bij temperatuurafwijkingen. 

In productspecificaties staan de vereiste temperaturen voor opslag, transport en in consumentenopleidingsprogramma’s worden consumenten geïnformeerd over het belang van de juiste opslag en bereiding van het levensmiddel. Tevens zijn voor bepaalde levensmiddelen wettelijke bewaartemperaturen vastgelegd.  

Het laatste punt in deze samenvatting van de Codex vereisten ten aanzien van temperatuurbeheer, maar mogelijk het belangrijkst, is dat medewerkers zich bewust moeten zijn van hun rol ten aanzien van de veiligheid van de betrokken levensmiddelen en getraind worden zodat zij weten hoe om te gaan met de levensmiddelen.  

Praktijk 

Bovenstaande punten zijn voor elk bedrijf gecertificeerd volgens een voedselveiligheidsstandaard bekend. Toch gaat het in de praktijk niet altijd (helemaal) goed. Hierna volgt een aantal aandachtspunten, waarbij ook wetgeving en de eisen van kwaliteitsstandaarden een rol spelen.

1.Omgevingstemperatuur of producttemperatuur 

Bij het monitoren van de temperatuur in koelcellen, laadruimten en productieruimten wordt vaak de temperatuur van de omgevingslucht gemeten. Bedenk wel dat wettelijke normen over producttemperatuur gaat. Bij een afwijking in de gemeten omgevingstemperatuur moet daarom de producttemperatuur gemeten worden om te kijken of het product voldoet.  

2.Tijdsvertraging alarm 

Bij een automatisch temperatuurregistratiesysteem met alarm, is het alarm zo ingesteld dat het afgaat vóórdat het product te warm wordt. Leg de onderbouwing van de ingestelde tijdsvertraging voordat het alarm afgaat vast in een validatieverslag. 

3.De tijdelijke gekoelde opslag 

Bij een tijdelijk tekort aan koelruimte, kan een losse koelcontainer een oplossing bieden. Bedenk dat ook in deze koelcontainer monitoring van de temperatuur plaats moet vinden. Als de container niet aangesloten is op een temperatuurregistratiesysteem, controleer je de temperatuur handmatig (zie ook punt 4).

4.Temperatuurbewaking zonder alarmsysteem 

Zonder temperatuurregistratiesysteem moet handmatig temperatuurcontrole uitgevoerd worden. BRCGS Food 9 vereist dat dit minimaal 1 x per 4 uur plaatsvindt of “op een frequentie waarbinnen interventie mogelijk is voordat het product de vastgestelde limieten voor veiligheid, wettelijkheid en kwaliteit overschrijdt” (BRCGS Food eis 4.15.3). Als elke 4 uur meten niet mogelijk is (bijvoorbeeld ‘s nachts), dan moet aantoonbaar zijn dat bij een niet werkende koeling de temperatuur van het product niet te hoog oploopt. Dit onderbouw je door metingen uit te voeren en leg je vast in een validatierapport. De metingen voer je uit in een worst-case situatie, bijvoorbeeld met zeer beperkte belading, een hoge buitentemperatuur en uitval van de koeling direct na de laatste meting. 

5.Ongekoeld transport 

Bij gebruik van ongekoelde transportmiddelen voor gekoelde producten zal onderbouwd moeten worden dat de temperatuur van het product altijd binnen de gestelde normen valt. Voer ook hiervoor een validatie uit en baseer de conclusie op een worst-case scenario. Mocht in dit worst-case scenario de aflevertemperatuur te hoog blijken, dan is het verder terugkoelen van het product vóórdat het getransporteerd gaat worden en/of gekoeld transport voorzien een gewenste actie. Advies is altijd de temperatuur van het product te meten voor transport en bij aflevering. 

Synthetische biologie in de agri-food sector

In de agri-food sector zijn al producten op de markt die gemaakt zijn met behulp van synthetische biologie. Genetisch gemodificeerde micro-organismen vallen in deze categorie. Het gaat dus niet alleen over de verre toekomst. Andere voorbeelden zijn de ontwikkeling van nieuwe enzymen of de productie van aroma’s met behulp van genetisch gemodificeerde organismen. Moeten we rekening houden met nieuwe gevaren bij het gebruik van o.a. genetisch gemodificeerde micro-organismen? Hoe wil de Europese Food Safety Authority (EFSA) inspelen op nieuwe ontwikkelingen? Onderstaand artikel brengt duiding.

Wat is synthetische biologie?

Synthetische biologie is een interdisciplinair veld op het snijvlak van moleculaire engineering en biologie. Het is gericht op het ontwikkelen van nieuwe biologische systemen en het geven van nieuwe functies aan levende cellen, weefsels en organismen. Met synthetische biologie worden cellen of delen daarvan ontworpen of gewijzigd. Hierbij maken synthetisch biologen veel gebruik van genetische modificatie. In sommige gevallen gaan de onderzoekers zelfs verder: ze bouwen en ontwerpen zelf het DNA dat ze willen gebruiken. Zo kunnen ze bepaalde functies aan cellen toewijzen, veranderen of verbeteren.

Nieuwe gevaren

Bij productie met behulp van synthetische biologie (SynBio producten) kunnen een grote verscheidenheid aan micro-organismen gebruikt worden (bacteriën, schimmels, virussen, bacteriofagen en micro-algen), net als een hele spectrum van productietechnieken. Dit maakt het lastig nu al een compleet overzicht te hebben van mogelijke nieuwe gevaren. Een aantal nieuwe gevaren zijn te benoemen. Bijvoorbeeld de aanwezigheid van ongebruikelijke en/of ‘new-to-nature’ componenten (bijv. xenobiotisch nucleïnezuur (XNA), xenoproteïnen). Ook de stabiliteit en de mogelijke afbraak tot schadelijke componenten zijn belangrijke aspecten. Mogelijk veroorzaken de nieuwe componenten en/of hun afbraakproducten allergische reacties, een onevenwichtige voeding (door de biologische beschikbaarheid te veranderen) en hebben zij een nadelig effect het microbioom. Een grondige gevarenanalyse per ontwikkeling is dus noodzakelijk.

Enkele definties:

Microbioom: In en op ons lichaam bevinden zich veel micro-organismen, zoals bacteriën, virussen en gisten. Gezamenlijk worden deze micro-organismen het microbioom genoemd.

Novel foods: worden gedefinieerd als levensmiddelen die vóór 15 mei 1997, toen de eerste Europese Verordening inzake nieuwe voedingsmiddelen in werking trad, niet in significante mate door de mens in de EU werden geconsumeerd.

EFSA: Toelatingsprocedure

SynBio micro-organismen hebben potentiële toepassingen in de agri-food sector waarvoor in de EU een pre-market autorisatie vereist is. Dat betekent dat een risicobeoordeling moet worden uitgevoerd door de EFSA (en het bedrijf dat het product op de markt brengt) vóórdat een product op de markt gebracht mag worden. Afhankelijk van de toepassing van het nieuwe product kan het gaan over een beoordeling zoals al bestaat voor bijvoorbeeld voederadditieven, novel foods, levensmiddelenadditieven of gewasbeschermingsmiddelen.

De huidige procedures voor de toelating op de markt omvatten onder andere een nutritionele beoordeling, een beoordeling van het productieproces, de toxiciteit en allergeniciteit. Er worden berekeningen uitgevoerd over de blootstelling en daarnaast worden beoordelingen uitgevoerd nadat een product op de markt is (post-market).

EFSA: What’s next?

Ook al wordt de huidige werkwijze voor autorisatie in het algemeen als adequaat gezien, toch heeft de EFSA in haar evaluatierapport over de risicobeoordeling van SynBio micro-organismen (in of als levensmiddelen of diervoeders) een hele rij aanbevelingen.  Om een goede risicobeoordeling te kunnen uitvoeren van SynBio producten zijn volgens de EFSA aanvullende richtlijnen nodig. Bijvoorbeeld richtlijnen ten aanzien van het productieproces van bacteriofagen en micro-algen en de invloed van bacteriofagen op het microbioom in de darmen. Ook zijn nieuwe tools nodig voor de risicobeoordeling. Bijvoorbeeld voor het evalueren van de allergeniciteit van ‘new-to-nature’ eiwitten of voor de interpretatie van onderzoek naar de verstoring van het darm microbioom. Duidelijk is dat de EFSA een verbetering van de huidige risicobeoordeling van SynBio micro-organismen nodig vindt om voorbereid te zijn voor de toekomst.

Verklein het gat tussen kwaliteitsverwachtingen en registratie

QC One maakt vanaf 1 januari 2022 deel uit van Normec Foodcare. Met gebruiksvriendelijke apps, onderscheidende inzichten en betrouwbare analyses voor productiebedrijven, logistieke spelers en retail is QC One een onderscheidende speler in de wereld van vers, agf en agro.

Inspecteren op basis van de algemene handelsvoorschriften is niet langer toereikend om stakeholders te voorzien in hun informatiebehoeften. Productkwaliteit in de keten is meer zelfregulerend geworden door de komst van productspecificaties. Hierdoor worden verpakkingstypen, aanduidingen en coderingen integrale onderdelen van een rapport en inspectieregistratie. De uitdaging die dit met zich meebrengt is het management van de productspecificaties en de vertaalslag naar inspectiesjablonen met alle klant specifieke eigenschappen.

Vernieuwde specificatie management tool

In 2023 wordt de QC-software verder geoptimaliseerd. Zo werken we aan verbeterde filtering, de ontwikkeling van nieuwe modules het opnieuw vormgeven van de portal. Ook gaan we dit jaar een vernieuwde specificatie management tool lanceren. Verpakkingen, aanduiding en tracering zijn naast product specifieke toleranties in afwijkingen en uniformiteit onderdeel geworden van leveringsafspraken.  Met deze nieuwe module zijn deze specificaties eenvoudig op te zetten en kunnen inspectiesjablonen direct worden opgemaakt om het gat tussen kwaliteitsverwachting en registratie te verkleinen. Zowel de specificaties als de inspectiesjablonen kunnen met de juiste stakeholders worden gedeeld, zodat bij iedere schakel van de keten de inspectieprocessen eenduidig worden uitgevoerd en de output compleet is.

Ook gaan we dit jaar aan de slag met andere projecten. Vanaf maart kun je de ontwikkelingen volgen binnen het portal waarin de roadmap, user cases en release notes worden opgenomen. Neem bij vragen of voor meer informatie gerust contact met ons op. Wij staan voor je klaar.