Alcohol en voorlichting voor de consument is al een ruime tijd een punt van discussie binnen de Europese Commissie. De consument zou te weinig geïnformeerd worden. Voor wijn komt daar per 8 december 2023 verandering is.
Voor etiketten van wijn worden onderstaande 3 punten verplicht:
Een wijnetiket moet reeds de volgende informatie bevatten:
Facultatief blijven:
Voor voedingswaarde moet enkel de energetische waarde, uitgedrukt met het symbool ‘E’ op het etiket staan en voor de ingrediënten moeten de allergenen vermeld zijn. De volledige voedingswaardevermelding en ingrediëntenlijst mogen elektronisch op te halen zijn. De producent kan hiervoor gebruikmaken van een U-label, waarbij de informatie via een QR-code te lezen is. Het U-label is speciaal voor de wijnsector ontwikkeld. Deze nieuwe regels gelden voor wijnen die na 8 december worden geproduceerd en geëtiketteerd.
De huidige etiketteringsvoorschriften voor wijnbouwproducten zijn opgenomen in artikel 119 van Verordening (EU) nr. 1308/2013. Daarnaast zijn de wettelijke voorschriften uit Verordening (EU) nr. 1169/2011 van toepassing. De etiketteringsvoorschriften voor gearomatiseerde wijnbouwproducten, zoals opgenomen in Verordening (EU) nr. 251/2014, worden ook aangevuld met de voedingswaardevermelding en lijst van ingrediënten.
Voor andere alcoholische dranken is het voorlopig nog niet verplicht om voedingswaarden en ingrediënten te vermelden. In dit blog lees je meer over etiketteren voor alcoholische dranken.
Heb je ondersteuning nodig bij het opstellen van een productetiket? Onze Labelling Specialisten helpen je graag verder. Neem contact met ons op of bekijk wat onze specialisten voor je kunnen betekenen.
Op 29 juni 2023 is de nieuwe EU Machinery Regulation 2023/1230 gepubliceerd en deze trad in werking op 19 juli 2023. De toepassing ervan is verplicht vanaf januari 2027 en vervangt de machinerichtlijn 2006/42/EG en Richtlijn 73/361/EEG (certificaat en kenmerken). Vernieuwingen zoals digitalisering vereisten een verdere ontwikkeling van de Machinerichtlijn. Deze zal na een overgangsperiode gelden voor alle ondernemingen die machines ontwerpen, bouwen en verhandelen binnen Europa of importeren naar Europa.
Er staan onder andere gezondheids- en veiligheidseisen in waarmee je rekening moet houden bij het ontwerpen en bouwen van machines. Daarnaast worden specifieke richtlijnen gegeven voor het omgaan met belangrijke wijzigingen aan een machine of met machines die moeten worden geïnspecteerd. Aanverwante producten, zoals veiligheidscomponenten, hijsgereedschappen en kettingen en niet voltooide machines zijn toegevoegd. Er is ingespeeld op het toenemende belang van digitalisering en Industrial Security. Op dit gebied worden eisen beschreven aan de cybersecurity van producten en voor digitale handleidingen. Verder is vermeld hoe een EU-conformiteitsverklaring eruit dient te zien, hoe een CE-markering moet worden aangebracht en voor welke machines een conformiteitsbeoordeling uitgevoerd moet worden.
Er is een definitie ‘wezenlijke verandering’ opgenomen. Wanneer een wezenlijke verandering wordt aangebracht aan de machine kan dit juridische gevolgen hebben. Als gevolg kan een conformiteitsbeoordelingsprocedure noodzakelijk zijn voor de veiligheid van machines als een machine wezenlijk wordt veranderd of als er veranderingen worden aangebracht die betrekking hebben op de overeenstemming van de machine met de wettelijke bepalingen inzake de CE-markering. Belangrijk is hier om te weten dat gebruikers door een belangrijke wijziging aan de machine als fabrikant worden gezien, met alle verplichtingen die daarbij horen.
Bijlage IV ‘verplicht te keuren machines’ is verplaatst naar bijlage I. Deze bevat een lijst van machines met een hoog risico waarvoor verplichte keuring en certificering door derden is voorzien. Met dank aan de huidige ontwikkelingen op het gebied van kunstmatige intelligentie, kunnen machinefabrikanten van zes specifiek benoemde categorieën niet langer zelf een verklaring van overeenstemming met een geharmoniseerde norm afgeven (zoals voorheen het geval was), maar moeten een verplichte keuring ondergaan. De toepassing van een geharmoniseerde norm is hier dan niet meer voldoende. Ze zullen een accreditatie-instantie moeten verzoeken dit te doen.
Voor productveiligheid zijn de ontwikkelingen rond digitale technologieën zoals kunstmatige intelligentie, robotica en Internet of Things (IOT) uitdagend. De verordening heeft betrekking op de veiligheidsrisico’s van de nieuwe digitale technologieën.
Bovenop fysieke of digitale en/of gemengde componenten is nu ook software toegevoegd als mogelijk veiligheidscomponent.
Cybersecurity bedreigingen zijn aanleiding tot het toevoegen van deze paragraaf. Veiligheidsfuncties van machines mogen hier niet door in gevaar worden gebracht. Bestaande veiligheidsconcepten zullen veelal moeten worden herzien.
Wanneer een klant hierom vraagt zal de fabrikant de handleiding op papier beschikbaar moeten stellen. Echter wordt de levering van de handleiding in digitale vorm toegestaan. Zo ook de EU-conformiteitsverklaring. Voor machines welke nog niet volledig voltooid zijn, mag levering met een digitale montagehandleiding en een digitale inbouwverklaring.
Tijdens de interactieve e-learning module over vollegrondsgroenten leer je alles over teelt, verzorging en oogst van deze groenten. Ontdek de wereld van wortelen, prei, broccoli, radijs en bloemkool, en word een expert op het gebied van vollegrondsgroententeelt.
Deze e-learning module is bedoeld voor iedereen die geïnteresseerd is in vollegrondsgroententeelt, zoals agrarische professionals, landbouwstudenten, adviseurs, startende tuinders, voedselproducenten en -verwerkers.
Na het voltooien van deze e-learning module ben jij goed bekend met de teelttechnieken, klimaatbeheersing en oogst- en verpakkingsprocessen van glasgroenten. Je kunt deze kennis toepassen om succesvolle vollegrondsgroentenbedrijven te runnen.
Ben je toe aan een verdiepingsslag op het gebied van Groenten en fruit, bekijk dan eens de Opleiding keurmeester AGF.
Een groot voordeel van online trainingen is dat je deze waar en wanneer je maar wilt, kan volgen. De e-learning module wordt afgesloten met een toets en de deelnemer ontvangt bij goed gevolg een certificaat.
Wil je direct de e-learning module vollegrondsgroenten volgen of laten volgen door één of enkele medewerkers? Vul dan het formulier in om de De e-learning module aan te schaffen. Je ontvangt een inlogcode per e-mail waarmee je direct toegang hebt tot de E-learning module. Bedrijven kunnen ook op rekening bestellen.
Als je meerdere medewerkers binnen je organisatie wilt trainen, biedt deze De e-learning in combinatie met Normec Academy een mooie oplossing.
Met een maatwerk training kun je onbeperkt medewerkers én uitzendkrachten trainen en heb je op ieder moment inzichtelijk welke medewerkers geslaagd zijn voor de training. Neem voor meer informatie contact op met één van onze adviseurs voor een persoonlijk advies, via info@normectraining.com of vul onderstaand contactformulier in.
Tijdens de interactieve e-learning module over tomaten leer je alles over teelt, verzorging en oogst van deze fruitsoort. Ontdek de wereld van tomaten en word een expert op het gebied van tomaat.
Deze e-learning module is bedoeld voor iedereen die geïnteresseerd is in tomaatteelt, zoals agrarische professionals, landbouwstudenten, adviseurs, startende tuinders, voedselproducenten en -verwerkers.
Na het voltooien van deze e-learning module ben jij goed bekend met de teelttechnieken, klimaatbeheersing en oogst- en verpakkingsprocessen van tomaten. Je kunt deze kennis toepassen om succesvol te zijn in de praktijk.
Ben je toe aan een verdiepingsslag op het gebied van groenten en fruit, bekijk dan eens de Opleiding keurmeester AGF.
Een groot voordeel van online trainingen is dat je deze waar en wanneer je maar wilt, kan volgen. De e-learning module wordt afgesloten met een toets en de deelnemer ontvangt bij goed gevolg een certificaat.
Wil je direct de e-learning module tomaten volgen of laten volgen door één of enkele medewerkers? Vul dan het formulier in om de De e-learning module aan te schaffen. Je ontvangt een inlogcode per e-mail waarmee je direct toegang hebt tot de E-learning module. Bedrijven kunnen ook op rekening bestellen.
Als je meerdere medewerkers binnen je organisatie wilt trainen, biedt deze e-learning in combinatie met Normec Academy een mooie oplossing.
Met een maatwerk training kun je onbeperkt medewerkers én uitzendkrachten trainen en heb je op ieder moment inzichtelijk welke medewerkers geslaagd zijn voor de training. Neem voor meer informatie contact op met één van onze adviseurs voor een persoonlijk advies, via info@normectraining.com of vul onderstaand contactformulier in.
Tijdens de interactieve e-learning module over meloenen leer je alles over teelt, verzorging en oogst van deze fruitsoort. Ontdek de wereld van meloenen en word een expert op het gebied van meloen.
Deze e-learning module is bedoeld voor iedereen die geïnteresseerd is in meloenteelt, zoals agrarische professionals, landbouwstudenten, adviseurs, startende tuinders, voedselproducenten en -verwerkers.
Na het voltooien van deze e-learning module ben jij goed bekend met de teelttechnieken, klimaatbeheersing en oogst- en verpakkingsprocessen van meloenen. Je kunt deze kennis toepassen om succesvol te zijn in de praktijk.
Ben je toe aan een verdiepingsslag op het gebied van groenten en fruit, bekijk dan eens de Opleiding keurmeester AGF.
Een groot voordeel van online trainingen is dat je deze waar en wanneer je maar wilt, kan volgen. De e-learning module wordt afgesloten met een toets en de deelnemer ontvangt bij goed gevolg een certificaat.
Wil je direct de e-learning module meloen volgen of laten volgen door één of enkele medewerkers? Vul dan het formulier in om de De e-learning module aan te schaffen. Je ontvangt een inlogcode per e-mail waarmee je direct toegang hebt tot de E-learning module. Bedrijven kunnen ook op rekening bestellen.
Als je meerdere medewerkers binnen je organisatie wilt trainen, biedt deze e-learning in combinatie met Normec Academy een mooie oplossing.
Met een maatwerk training kun je onbeperkt medewerkers én uitzendkrachten trainen en heb je op ieder moment inzichtelijk welke medewerkers geslaagd zijn voor de training. Neem voor meer informatie contact op met één van onze adviseurs voor een persoonlijk advies, via info@normectraining.com of vul onderstaand contactformulier in.
Legionella is een bacterie die zich bevindt in het water en die een (ernstige) longontsteking kan veroorzaken. Er zijn tot nu toe 52 soorten Legionella bekend. Afhankelijk van het type Legionella zijn de gevolgen en verschijnselen verschillend. In het algemeen wordt onderscheid gemaakt tussen twee soorten legionella infecties: de veteranenziekte en de legionellagriep.
De veteranenziekte is een ernstige vorm van longontsteking en kan dodelijke gevolgen hebben. De incubatietijd van de veteranenziekte ligt tussen de 2 en 20 dagen. Deze ziekte is te herkennen aan symptomen als hoge koorts, spierpijn, extreme vermoeidheid, kortademigheid, verwardheid en snel opkomende hoofdpijn.
Een lichtere vorm wordt herkend als de legionellagriep, ook wel de Pontiac-fever genoemd. De legionellagriep verloopt als een normale griep en is niet gevaarlijk voor de mens. Bij legionellagriep voelt de patiënt zich ongeveer 2 tot 5 dagen grieperig. Symptomen zijn onder andere spierpijn, hoofdpijn en koorts.
De legionellabacterie is in kleine hoeveelheden ongevaarlijk, maar in stilstaand water bij 20 tot 50 °C kan het aantal bacteriën binnen een week zijn uitgegroeid tot een gevaarlijke kolonie.
Door het drinken van met Legionella besmet water zal men geen besmetting oplopen. Dit kan enkel door het inademen van kleine waterdruppeltjes (aërosolen) met een hoge concentratie van de legionellabacterie. Aërosolen kunnen vrijkomen bij vernevelende tappunten zoals bij (oog) douches, luchtbevochtigers, airconditioning systemen, waterbassins en koeltorens.
Legionella kan zich op verschillende locaties ontwikkelen. Plaatsen waar :egionella regelmatig voorkomt zijn onder andere: sproei installaties, luchtbevochtigers, drinkwaterinstallaties, (brandweer)slangen, koelsystemen, waterreservoirs/bassins en waterzuiveringsinstallaties.
Waterbassins: Bijvoorbeeld in glastuinbouw waar veelvuldig met waterbassins gewerkt wordt, zien we gevallen van Legionella voorkomen. Wanneer regenwater wordt opgevangen in de waterbassins kan de watertemperatuur tijdens warmere periodes oplopen tot 25 graden of hoger. Een ideale omgeving voor vermenigvuldiging van de legionellabacterie. Er is van de afgelopen jaren een aantal gevallen bekend waarbij mensen ernstig ziek geworden zijn door besmetting met Legionella na het voorbijfietsen of wandelen van een nabijgelegen waterbassin.
Slangen: Wanneer slangen minder dan wekelijks gebruikt worden kunnen ze een risico vormen en een belangrijke besmettingsbron zijn voor medewerkers. Het risico wordt zeker groot wanneer men brandweerslangen oneigenlijk gebruikt voor het reinigingen. Vaak staat het water in de brandleidingen lange tijd stil.
Waterzuiveringen: In de aerobe waterzuiveringsinstallatie wordt water verneveld, zodat het zuurstofgehalte verhoogd wordt en de zuiveringsbacteriën het water optimaal kunnen zuiveren. Optimaal voor Legionella om zich te ontwikkelen en via de nevel zich in de longen vast te zetten.
Koelsystemen: Voor koeltorens is er specifieke wetgeving voorzien. Deze staat verderop in dit artikel beschreven.
Wanneer Legionella aanwezig is door zich vast te hechten aan biofilm, is deze vaak moeilijk te verwijderen. Biofilm is een slijmvormige laag die zich vormt aan de binnenkant van een waterleiding of op de bodem van waterbuffertanks zoals boilers of waterbassins. Kalk of corrosie kunnen oneffenheden veroorzaken en een ideale hechtingsplaats voor bacteriën vormen. Het belang van onderhoud is daardoor zeer groot.
Hoe meer biofilm er aanwezig is, hoe meer Legionella er kan groeien. Biofilm is afhankelijk van diverse factoren zoals het leidingmateriaal, de doorstroming van water en de waterkwaliteit.
Bepaalde materialen kunnen stoffen afgeven die de groei van biofilm bevorderen. De mate van groeibevordering wordt gemeten aan de hand van de biomassa-productiepotentie (BPP). Biofilm groeit voornamelijk op materialen met een BPP van minimaal 400. Materialen die een lagere BPP hebben zijn onder andere RVS, koper en PVC-U. Materialen die een hogere BPP hebben zijn onder andere PE-40, PE-80 en PP. BPP kan wel beïnvloed worden door het product. Geadviseerd wordt om de exacte BPP op te vragen bij het product.
Om Legionella besmetting te voorkomen zijn er strenge regels opgesteld door de overheden. Zo zijn voedingsmiddelenbedrijven met een koeltoren verplicht om voor de koeltoren een beheersplan specifiek voor Legionella te hebben. Vanuit de arbeidswetgeving moeten voedingsbedrijven tevens alle risico’s voor hun medewerkers en derden zo goed mogelijk vermijden. De eventuele aanwezigheid van Legionella valt daar ook onder. Een risicoanalyse (in Nederland RI&E) is daarom verplicht, net als de daaropvolgende nodige maatregelen. Een beheersplan voor Legionella is niet voor alle voedingsbedrijven verplicht, maar wordt wel aangeraden om de gezondheid van de medewerkers zo goed mogelijk te borgen. Een ondernemer kan aansprakelijk worden gesteld wanneer hij onvoldoende maatregelen getroffen heeft en een medewerker besmet raakt en de veteranenziekte oploopt.
De linken naar de geldende wetgeving staan onderaan in het artikel.
De belangrijkste uitgangspunten bij het voorkomen van legionellabesmetting zijn:
Een gericht beheersplan wordt bepaald op basis van een risicoanalyse.
De aanpak van Legionella begint bij een risicoanalyse. Startende vanaf de watermeter worden de risicopunten in kaart gebracht. Van hieruit kan een beheersplan opgemaakt worden waarin o.a. mogelijke monsternameplaatsen staan.
In de productieruimte zijn alle activiteiten waarbij verneveling van water plaatsvindt risicovolle plaatsen. Denk aan waterslangen, watersnijders en watersproeiers. Hierbij wordt ook nagegaan hoe lang sommige zaken stilstaan, bij welke omgevingstemperatuur en of er eventueel vervuiling of slijtage in de leidingen kan zitten.
Wanneer er risico’s ontstaan moeten er maatregelen genomen worden, denk aan periodieke spoeling van te weinig (minder dan wekelijks) gebruikte leidingen en tappunten, aangevuld met een reiniging en desinfectie of de installatie voorzien van een terugslagklep in de leidingen.
PCR-analyses zijn populair omdat een positief of negatief resultaat binnen 24 uur beschikbaar kan zijn. Bij de klassieke methode kan dat tot tien dagen oplopen.
Bij het opstellen van een beheersplan op basis van de risicoanalyse wordt een aantal zaken meegenomen:
De maatregelen worden verdeeld in twee groepen: mogelijke aanpassingen aan installaties en beheer-/onderhoudsmaatregelen. Betrokkenheid van de productieafdeling en de technische dienst bij de beoordeling en bepalen van maatregelen zullen hoogstwaarschijnlijk tot het meest grondige en effectieve resultaat zal leiden.
Onze laboratoria ondersteunen je graag bij het uitvoeren van risicoanalyses. Deze zijn gebaseerd op wetgeving en modeldocumenten van waaruit een beheersplan kan volgen. Ook voeren we analyses uit op Legionella.
Meer info en betrokken wet- en regelgeving vind je o.a.:
Het interpreteren van analyseresultaten zorgt in de praktijk nog weleens voor vragen. “Tegen welke norm ga ik toetsen, wat is goed of slecht en hoe zeker ben ik van dit resultaat?”. In dit blog geven we tips over hoe je op een juiste manier je analyseresultaten kunt interpreteren.
Soms kun je van tevoren de norm bepalen. Als je tegen een wettelijke norm toetst (bijvoorbeeld Verordening (EU) 2073/2005 of Verordening (EU) 2023/915) dan ligt niet alleen het aantal monsters en de meetmethode vast, maar ook de norm die geld voor de betrokken producten. Het vergelijken is dan vaak heel eenvoudig en zal ook tot weinig discussies en vragen leiden. Check hierbij niet alleen de Europese en de Nederlandse/Belgische wetgeving, maar houd hierbij ook rekening met de wettelijke vereisten in land van bestemming van de betrokken producten.
Het wordt vaak lastiger als er geen wettelijke normen zijn. Probeer dan te achterhalen of er elders normen zijn vastgelegd. Denk aan de inkoop- of verkoopvoorwaarden. Zorg dat je tegen deze parameters en normen gaat testen. Indien dit soort voorwaarden er zijn, is het van essentieel belang deze bij het afsluiten van een verkoopovereenkomst te delen met de kwaliteitsdienst. Ook moet je deze vastleggen in bijvoorbeeld productspecificaties en analyseplannen. Daarnaast kun je normen voor analyses ook terugvinden in sectorgidsen zoals hygiënecodes en autocontrolegidsen.
Indien er geen normen zijn vastgesteld, kun je kijken of er wetenschappelijk literatuur beschikbaar is die je helpt met het opstellen van normen. Diverse kennisinstituten hebben boeken uitgebracht met daarin mogelijke groepen levensmiddelen en de daarbij behorende normen, bijvoorbeeld Microbiological guidelines Support for interpretation of microbiological test results of food – Universiteit van Gent.
Kijk daarnaast kritisch op welk moment je in het proces een monster neemt en welke norm je daarbij zelf verwacht. Als een product uit een hete oven komt, is het logisch dat je daar zeer lage microbiologische uitslagen bij verwacht. Het zoutpercentage kan juist ineens hoger zijn omdat in de oven vocht verdampt is.
Leg tenslotte vast welke norm je gaat hanteren en wat de basis is van deze getallen. Je kan dan achteraf altijd terugvinden hoe je tot een bepaalde beslissing bent gekomen.
Het laboratorium dat het monster onderzoekt, geeft uitslag over het monster en niet over het product. Bij zalm is er een groot verschil of je de staart laat onderzoeken op zout of het dikke middendeel. Als je op de monsteromschrijving “zalm” zet, dan zal er een uitslag komen over zalm en dus met twee andere waardes. Zorg ervoor dat je een zo representatief mogelijk deel van een product als monster instuurt. Soms kan het zelfs beter zijn het hele product op de sturen zodat het laboratorium er een goed mengmonster van kan maken.
Daarnaast is er ook nog natuurlijke spreiding. Zeker landbouw en dierlijke producten kunnen te maken hebben met seizoen verschillen. Ook heeft elk monster een bepaalde meetonzekerheid. Deze kan je altijd opvragen bij het laboratorium. Als er dus een zeer geringe overschrijding is, kan het zijn dat deze binnen de meetonzekerheid valt en je dus niet altijd direct actie hoeft te ondernemen.
Elke methode heeft zijn eigen voor- en nadelen en vaak zijn er meerdere methodes om een bepaalde parameter te meten. Het laboratorium kiest de methode die het best past bij hun manier van werken en apparaten. Op deze manier kan er dus verschil zitten in een uitslag wanner deze analyses op verschillende methodes worden uitgevoerd. Indien je resultaten met elkaar wilt vergelijken, is het belangrijk om te weten hoe de analyse is uitgevoerd.
Als je analyses uitvoert ten opzichte van wettelijke normen, moet je kiezen voor geaccrediteerde methodes. Niet elk laboratorium is voor alle type analyses geaccrediteerd. Vraag altijd de accreditatiestatus op bij het laboratorium. Kies ook een methode die past bij wat je wil monitoren of meten. Voor microbiologisch onderzoek kun je kiezen voor een kwalitatieve methode (aan- of afwezig) of een kwantitatieve methode (CFR/gr).
Heb je vragen of kunnen wij je helpen met microbiologische analyses? Neem contact met ons op.
Neem contact opWelke voedingsmiddelen vallen onder de noemer ‘bijzondere voeding’? In welke wetgeving vind ik hierover eisen? Wat zijn de speciale eisen rond claims? Wij nemen je graag mee in deze onderwerpen. Wetgeving op het gebied van voeding voor specifieke groepen is bedoeld om bepaalde kwetsbare consumentengroepen te beschermen door het reguleren van de levensmiddelen én de marketing hiervan.
Het gaat hierbij om baby’s en jonge kinderen, mensen met specifieke medische aandoeningen en mensen met obesitas die een energiebeperkt dieet volgen. Aanvullend op de algemeen geldende wetgeving is Verordening (EG) Nr 609/2013 opgesteld voor deze doelgroepen:
Voor elk van deze categorieën zijn specifieke bepalingen op het vlak van de samenstelling, etikettering en reclame opgenomen. Voor enkele van deze categorieën zijn gedelegeerde verordeningen opgesteld.
Binnen deze groep vallen de producten volledige zuigelingenvoeding voor kinderen jonger dan 6 maanden en de opvolgzuigelingenvoeding voor kinderen tussen 6 en 12 maanden. Naast de algemene voedselveiligheidseisen die gelden voor zuigelingenvoeding vanuit de algemene wetgeving, zijn er specifieke voorschriften opgenomen in de gedelegeerde verordening EG Nr 2016/127. Hier worden aanvullende eisen gesteld voor samenstelling, bestrijdingsmiddelen, voedselinformatie, voedingswaardevermelding, voedings- en gezondheidsclaims, promotie, informatie, en kennisgeving van zuigelingenvoeding.
In Verordening (EU) 2016/128 zijn specifieke eisen voor residuen van pesticiden voor voeding voor medisch gebruik voor zuigelingen en peuters.
Enkele belangrijke zaken uit de verordening 2016/127:
Babyvoeding is bestemd voor gezonde zuigelingen en peuters vanaf ongeveer 6 tot 36 maanden. Het is vooral bedoeld om de voeding aan te vullen (naast borstvoeding of opvolgzuigelingenvoeding) en/of om hen geleidelijk aan gewoon voedsel te laten wennen. Voor babyvoeding geldt dat de ‘oude’ richtlijn 125/2006/EG nog van toepassing is. Deze richtlijn bevat voorschriften over samenstelling, bestrijdingsmiddelen en etikettering.
Een aantal belangrijke zaken uit de richtlijn 125/2006:
Op voeding voor medisch gebruik is de Gedelegeerde Verordening (EU) 2016/128 van toepassing. Deze Europese Verordening bevat voorschriften voor samenstelling, bestrijdingsmiddelen, etikettering, voedingswaardevermelding, voedings- en gezondheidsclaims, voeding voor medisch gebruik voor zuigelingen en kennisgeving.
Een aantal belangrijke zaken uit de verordening 2016/128:
De definitie van maaltijdvervangers is veranderd naar ‘de dagelijkse voeding volledig vervangende producten voor gewichtsbeheersing’. Dit betekent dat alleen maaltijdvervangers die bedoeld zijn om de gehele voeding te vervangen, onder bijzondere voeding vallen.
Gedelegeerde Verordening (EU) 2017/1798 geeft aanvullingen en uitzonderingen op de algemene regels en is vanaf 27 oktober 2022 van kracht geworden. Deze Europese Verordening bevat voorschriften voor de samenstelling, etikettering, voedingswaardevermelding, voedings- en gezondheidsclaims en kennisgeving.
Een aantal belangrijke zaken uit de verordening 2017/1798:
Naast de Verordening (EU) Nr. 609/2013 en de product specifieke EU-regelgeving voor voeding voor specifieke groepen moeten deze levensmiddelen ook voldoen aan de EU-regelgeving die geldt voor alle levensmiddelen, zoals voor etikettering en hygiëne. Als er voor hetzelfde onderwerp regels zijn in algemene Europese regelgeving en in de product specifieke regelgeving, dan heeft de specifieke regelgeving voorrang.
In verordening 2073/2005 staan de microbiologische criteria voor levensmiddelen vastgelegd. Bijlage I van deze verordening bevat de microbiologische criteria voor alle levensmiddelen waaronder specifieke criteria voor o.a. zuigelingenvoeding, babyvoeding en voeding voor medisch gebruik.
In Verordening 2023/915 staan de eisen omtrent contaminanten in levensmiddelen, hier zijn veelal specifieke eisen voor kwetsbare groepen opgenomen. Wanneer er geen specifieke eis genoemd staat, kan het zijn dat een lidstaat hier zelf strengere eisen voor heeft vastgelegd.
Verordening 10/2011 omvat specifieke eisen voor contactmaterialen bestemd voor babyvoeding én zuigelingen en peuters. Zo is er een specifieke globale migratielimiet (GML) voor dit type producten vastgelegd: de totale migratie van bestanddelen van materialen en voorwerpen van kunststof die bestemd zijn om in contact te komen met levensmiddelen voor zuigelingen en peuters naar levensmiddelsimulanten mag niet hoger zijn dan 60 mg/kg levensmiddelsimulant.
Verder zijn er ook voor specifieke bestanddelen restricties en voorwaarden opgenomen zoals o.a. bepaald in enkele amendementen. Bijvoorbeeld:
Lees hier mee over etikettering voor bijzonder voeding.
Voor België geldt het KB 18 februari 1991 betreffende voedingsmiddelen bestemd voor bijzondere voeding. Het FAVV bundelt de informatie via de pagina Normen voor voeding voor specifieke groepen. Van daaruit is het mogelijk om verder in te zoomen op de specifieke groepen. Aanvullend is er voor fabrikanten van voor zuigelingen en peuters bedoelde levensmiddelen nog een omzendbrief gepubliceerd.
In Nederland is het Warenwetbesluit Bijzondere voeding uit 2016 van kracht. Verder is de informatie gebundeld in het handboek voeding voor specifieke groepen. Dit handboek geeft informatie over de specifieke groepen én over de groepen welke hier niet onder vallen.
Wanneer bijzondere voedingsproducten op de markt gebracht worden moeten deze steeds genotificeerd worden aan de Nederlandse of Belgische overheid.
Dit is een premiumartikel. Premiumartikelen maken deel uit van het Normec Foodcare Kenniscentrum abonnement. Alle kennis en ervaring vanuit elke expertise komt samen in de Kennisbank. Je vindt hier alle relevante informatie over diverse productgroepen en wetgeving. Benieuwd? Lees wat het Normec Foodcare Kenniscentrum jou kan bieden.
In plantaardig voedsel zitten veel goede stoffen. In ons dieet zijn ze niet weg te denken. Maar wat als er van het veld ook toxines meekomen in de vorm van onkruid? In de meeste gevallen kan dit niet zoveel kwaad. Maar er zijn soorten waar we erg ziek van kunnen worden bij inname van een te hoge hoeveelheid of bepaalde hoeveelheden verspreid over een lange termijn.
Door een aantal uitbraken hebben de gevolgen van ongewenste onkruid in voeding media-aandacht gekregen. Zo zijn er in Australia in 2022 bijna tweehonderd mensen ziek geworden na het eten van met toxine uit onkruid besmette babyspinazie. De financiële gevolgen voor de telers zijn gigantisch aangezien de consumenten bang zijn geworden en nu minder spinazie eten.
Ook in Uganda zijn er in 2019 driehonderd zieken en vijf doden geweest na een zendig van hulpgoederen. De oorzaak bleek toxines uit onkruid te zijn in een melange van soja en mais, verrijkt met eiwit. Zowel in de teeltgebieden in Turkije als in de fabrieken werd duidelijk dat er onvoldoende controle werd uitgeoefend op de processen in de volledige keten.
Na jaren onderzoek, wetenschappelijk advies en beleidsbesprekingen zijn maatregelen van kracht geworden voor twee soorten toxines van dergelijke onkruiden: de Tropaanalkaloide en pyrrolizidinealkaloiden.
De normen zijn vastgelegd in VERORDENING (EU) 2023/915 VAN DE COMMISSIE van 25 april 2023 betreffende maximumgehalten aan bepaalde verontreinigingen in levensmiddelen. Voorheen was dit vastgelegd in de ingetrokken Verordening (EG) nr. 1881/2006.
Dat deze normen niet voor niks zijn, blijkt uit het aantal meldingen bij RASFF. In de jaren 2020 tot en met 2022 zijn er 15 meldingen over tropaanalkaloïden en 59 meldingen over pyrrolizidinealkaloïden geweest. Waarbij een niet gering aantal origine hebben in België, Nederland en andere landen in Noordwest-Europa. Bij de risicoproducten worden vooral producen gemaakt van granen en kruiden. Waarbij granen en kruiden beide gelinkt worden aan tropaanalkaloide. Denk aan brood, crackers, beschuit, koekjes en kruidenthee. Pyrrozilidinealkaloide linken we eerder aan kruidenmengsels, kruidensupplementen en ook aan kruidenthee. Maar ze kunnen ook in groenten voorkomen wanneer ze per ongeluk mee geoogst worden en na een verwerkingsstap niet meer zichtbaar zijn.
Volgens de Europese Autoriteit voor Voedselveiligheid (EFSA) lopen vooral baby’s en peuters risico om te veel tropaanalkaloïden in te nemen. Hun dieet is minder gevarieerd dan dat van volwassenen en bestaat voor een belangrijk deel uit samengestelde voeding met graan. Daarnaast kunnen consumenten die veel kruidenthee drinken of kruidensupplementen innemen de aanbevolen dosis sneller overschrijden.
Tropaanalkaloiden (TA) vindt zijn origine met name in het onkruid doornappel en pyrrolizidinealkaloiden (PA) in het jacobskruiskruid. Hoewel dit niet sluitend is aangezien er meer dan 200 soorten TA’s en 600 verschillende soorten PA’s zijn.
Doornappel en Jacobskruiskruid kunnen worden mee-geoogst. Consumptie van met doornappel verontreinigde producten kan leiden tot verschijnselen als verwijde pupillen, onregelmatige hartslag, droge mond, verstopping, moeilijk plassen en een rode huid. De effecten zijn al een aantal uur na consumptie voelbaar. Bij PA’s zoals het jacobskruiskruid kunnen zowel acute als chronische effecten optreden en op lange termijn bepaalde kankers veroorzaken. Het meest frequent gerapporteerde toxische effect van PA’s bij de mens is leverschade.
Voor beide groepen toxines geldt een gelijkaardige manier van preventie. Het is belangrijk om gevaarlijk onkruid te herkennen en ze direct te verwijderen in het veld om een oogst te verkrijgen die vrij is van besmetting. Een zorgvuldige sortering van de oogst vóór verwerking is ook van essentieel belang, hoewel het na het oogsten niet altijd evident is om het blad of zaden van het onkruid te scheiden van het geoogste product.
Voor de preventie van contaminatie met TA’s dient men in de eerste plaats de strijd aan te gaan met de doornappel (Datura), die in België en Nederland in toenemende mate voorkomt. Voor de preventie van PA’s gaat het om verschillende groepen van planten (b.v. kruiskruid (Senecio), bernagie (Borago) en heliotroop (Heliotropium)) en hun aanwezigheid hangt af van de geografische regio. We zien een toenemend probleem omdat de herbicidenwetgeving steeds strenger wordt. Wieden van onkruid zal dus nodig zijn.
Als levensmiddelenproducent zal vanuit de gevareninventarisatie moeten blijken of het verstandig is om analyses uit te laten voeren op grondstof en/of eindproduct. Regelmatig updaten van de RASFF-gegevens in de gevareninventarisatie is daarbij verstandig.
Je las een premiumartikel van het Normec Foodcare Kenniscentrum. Smaakt het naar meer? Bekijk dan de mogelijkheden van het Kenniscentrum abonnement. Hiermee heb je direct toegang tot alle kennis.
Door bundeling van alle expertises helpt Normec Foodcare met allerhande vraagstukken en oplossingen op het gebied van procesbeheersing, kwaliteit en voedselveiligheid, laboratoriumonderzoek, smaaktesten, QA-automatisering, flexibele inzet van kwaliteitsmanagers en keurmeesters, opleidingen en trainingen, risicomanagement en etiketcontrole.
Wil u meer weten? Neem contact met ons op.
Ben jij enthousiast over deze e-learning module? Bekijk dan de andere e-learning modules en trainingen in ons aanbod. Natuurlijk kan je ons ook altijd bellen voor een adviesgesprek, we horen graag van je!