Kennis

Chocolade-etiketten: kun jij er nog chocola van maken?

Chocolade-etiketten: kun jij er nog chocola van maken?

Van chocoladeletters tot kerstkransjes: aan het eind van het jaar liggen de schappen vol met chocoladeproducten. Van chocolade in allerlei smaken tot en met chocolade met de meest bijzondere toevoegingen. Maar bij het etiketteren van chocoladeproducten heb je te maken met veel verschillende eisen in wetgeving. Waar moet je op letten bij het etiketteren van chocoladeproducten?

Chocolade wetgeving

Voor Europa zijn de eisen voor cacao- en chocoladeproducten vastgesteld in Richtlijn 2000/36/EG. Voor Nederland zijn deze voorschriften uitgewerkt in het Warenwetbesluit Cacao en Chocolade. In dit Warenwetbesluit staan eisen met betrekking tot onder andere de samenstelling van chocolade, de benaming en etikettering.

Samenstelling

In paragraaf 2 van Warenwetbesluit Cacao en Chocolade zijn verschillende eisen genoemd waar de samenstelling aan moet voldoen. Zo staat in artikel 3 welke andere plantaardige vetten anders dan cacaoboter en welke dierlijke vetten wel en niet mogen worden toegevoegd. Als chocolade andere plantaardige vetten dan cacaoboter bevat, moet de volgende vermelding worden aangebracht: ‘bevat naast cacaoboter ook andere plantaardige vetten’.

Ook is aangegeven dat aan onder andere (melk)chocolade andere eet- of drinkwaren mogen worden toegevoegd, waarbij de toegevoegde hoeveelheid niet meer dan 40% mag bedragen van het totale gewicht van het eindproduct. In artikel 4 is vermeld dat aan chocolade slechts aroma’s mogen worden toegevoegd waarmee de smaak van chocolade of melkvet niet wordt nagebootst.

In Verordening (EG) Nr. 1333/2008 is dan weer vastgesteld welke additieven mogen worden toegevoegd aan chocolade. Aan chocolade mogen bijvoorbeeld geen kleurstoffen worden toegevoegd. Cacao- en chocoladeproducten vallen onder levensmiddelencategorie 05.1 Cacao- en chocoladeproducten als omschreven in Richtlijn 2000/36/EG.

Benaming

In artikel 5 t/m 18 van Warenwetbesluit Cacao en Chocolade is vastgesteld wanneer een bepaalde aanduiding mag en moet worden gebruikt. Bijvoorbeeld de aanduiding cacao, mager cacaopoeder, chocolade, melkchocolade, witte chocolade, gevulde chocolade en chocoladebonbon/praline. Hierbij worden eisen gesteld aan onder andere het percentage droge cacaobestanddelen en cacaoboter.

De aanduiding ‘chocolade’ mag uitsluitend en moet worden gebruikt voor chocolade met in totaal ten minste 35% droge cacaobestanddelen, inclusief ten minste 18% cacaoboter en ten minste 14% vetvrije droge cacaobestanddelen. In de praktijk wordt deze chocolade vaak aangeduid als ‘pure chocolade’. De aanduiding ‘pure chocolade’ is echter niet in de wetgeving vastgesteld.

Als een product geen chocolade bevat zoals gedefinieerd in het Warenwetbesluit, mag de benaming van het levensmiddel ook geen ‘chocolade’ of ‘choco’ bevatten, volgens het ‘Handboek Etikettering van levensmiddelen’ van de NVWA. Dit zou ook misleidend zijn voor de consument. Voor een product met chocoladesmaak dat geen chocolade bevat, kan in de benaming bijvoorbeeld worden aangegeven: ‘…met chocoladesmaak’ of, als het cacao bevat: ‘…met cacao’. Als het product wel chocolade bevat, mag ‘chocolade’ ook in de benaming worden genoemd. De aanduiding chocolade mag gebruikt worden in combinatie met de woorden -hagelslag of -vlokken als aan bepaalde eisen wordt voldaan die in het Warenwetbesluit staan vermeld.

% cacaobestanddelen

Volgens artikel 20 (d) van Warenwetbesluit Cacao en Chocolade moet bij een aantal chocoladeproducten, zoals bij ‘chocolade’ en ‘melkchocolade’, het totale gehalte aan droge cacaobestanddelen aangegeven worden met de vermelding ‘ten minste …% cacaobestanddelen’. Dit kan dus ook chocolade zijn waar andere ingrediënten aan zijn toegevoegd. Als de chocolade een ingrediënt is van een ander levensmiddel, bijvoorbeeld koekjes met chocoladestukjes, is het vermelden van het percentage niet verplicht. In de praktijk zie je dat dit soms wel wordt gedaan.

België

In België zijn de eisen voor cacao- en chocoladeproducten vastgelegd in het Koninklijk Besluit van 19 maart 2004 inzake cacao- en chocoladeproducten voor menselijke consumptie. Op enkele verschillen na, komt dit in grote lijnen overeen met het Nederlandse Warenwetbesluit. Nationale wetgeving kan dus wel per lidstaat verschillen.

Kun je er geen chocola meer van maken?

Je las een aantal belangrijke wetgevingseisen voor chocoladeproducten en producten met chocolade. We begrijpen dat je er met zoveel regels soms geen chocola van kunt maken. Geen zorgen. Onze etiketteringsspecialisten helpen je graag met het opstellen en/of controleren van etiketten en specificaties, zodat je voldoet aan de wetgeving.

Auteur: Sanne de Backer
Labelling specialist

Gerelateerde blogberichten

Wijzigingen wetgeving houdbaarheid: THT of TGT

Wijzigingen wetgeving houdbaarheid: THT of TGT

Levensmiddelenadditieven: de juiste wetgeving

Levensmiddelenadditieven: de juiste wetgeving

Monsternames fosfaatdifferentiatie: zo voldoe je aan wetgeving

Monsternames fosfaatdifferentiatie: zo voldoe je aan wetgeving

Novel Food wetgeving

Novel Food wetgeving