Maakt je bedrijf producten voor meerdere landen? Het is erg kostbaar om voor ieder land een nieuw etiket te maken. We krijgen daarom regelmatig de vraag of een etiket voor de Nederlandse of Belgische markt ook in het Engels mag of in een andere taal. In dit artikel behandelen we de vraag: in welke taal moet het etiket?
De informatie op het etiket moet begrijpelijk zijn voor de consument en moet eenvoudig te lezen zijn. Een consument moet bijvoorbeeld kunnen weten welk product hij of zij koopt, welke ingrediënten en allergenen het product bevat en hoe het bewaard moet worden. Dit is essentieel voor consumenten om voedingsmiddelen veilig te kunnen consumeren.
Binnen de Europese Unie zijn taalvoorschriften voor de etikettering van levensmiddelen vastgelegd in Verordening (EU) nr. 1169/2011 betreffende de verstrekking van voedselinformatie aan consumenten. In artikel 15 taalvoorschriften staat het volgende vermeld:
In deze verordening is dus vastgesteld dat de verplichte aanduidingen en vermeldingen op het etiket moeten staan in de taal die begrijpelijk is voor de consument van de lidstaat waar het product wordt verkocht. Dit geldt ook bij verkoop op afstand. Als bijvoorbeeld een product online wordt verkocht in Nederland, moet de verplichte voedselinformatie op de webshop én op het etiket van het product in het Nederlands worden vermeld.
Lidstaten kunnen daarnaast nog eisen stellen aan de taal die op de etikettering wordt gebruikt op hun grondgebied.
In Nederland geldt het Warenwetbesluit informatie levensmiddelen. In artikel 3 van dit besluit staat:
Voor de verplichte voedselinformatie en de vermeldingen op de etikettering, bedoeld in artikel 15, tweede lid, van verordening (EU) 1169/2011, wordt gebruik gemaakt van in ieder geval de Nederlandse taal.
In Nederland moet de informatie dus in elk geval in het Nederlands worden vermeld.
In België geldt de wet van 24 januari 1977 betreffende de bescherming van de gezondheid van de verbruikers op het stuk van de voedingsmiddelen en andere producten. Hierin staat:
De gegevens die op het etiket voorkomen en die dwingend zijn voorgeschreven in uitvoering van deze wet, zijn minstens gesteld in de taal of de talen van het taalgebied waar de producten op de markt worden aangeboden.
De taal op het etiket moet overeenkomen met de taal van de gemeenschap waar het product verkocht wordt, met andere woorden:
Als producten in heel België verkocht worden, moet het etiket dus drie talen bevatten: Nederlands, Frans en Duits.
De informatie mag ook in andere talen worden aangebracht. Het gebruik van meerdere talen op een verpakking is toegestaan, ongeacht of deze in Nederland/ België begrepen worden. Wel moeten deze in overeenstemming zijn met de Europese wetgeving. Een voedingswaardetabel die voldoet aan de Amerikaanse wetgeving is bijvoorbeeld niet toegestaan, omdat deze niet voldoet aan de Europese eisen.
Hulp nodig met het samenstellen van jouw etiket? Onze etiketteringspecialisten ondersteunen je graag.