Op productetiketten is veel informatie over allergenen te vinden. Soms worden “vrij-van” allergenenclaims zoals “glutenvrij” of “vrij van lactose” vermeld. Claims zijn vrijwillige uitingen op een verpakking. Met een claim wordt een bepaalde eigenschap van een product benadrukt, in dit geval de allergeenvrije status. Aan welke richtlijnen moet je als bedrijf voldoen als je zo’n allergenenclaim wilt voeren? En wat houdt een “vrij-van” vermelding in voor de productiepraktijk?
Het gebruik van de claim “glutenvrij” is verbonden aan eisen zoals gesteld in Uitvoeringsverordening (EU) nr. 828/2014. Hierin staat onder andere omschreven dat glutenvrije producten een maximumgehalte van 20mg/kg (of ppm) aan gluten mogen bevatten. Er mag dus geen vermelding “glutenvrij” en geen glutenvrij-logo worden geplaatst wanneer meer dan 20mg/kg gluten detecteerbaar is.
Indien een product een glutenbevattend ingrediënt bevat, moet hiervan te allen tijden melding gemaakt worden in de ingrediëntendeclaratie conform Verordening (EU) nr. 1169/2011. Het kan dus voorkomen dat een product een “glutenvrij” claim draagt, terwijl de ingrediëntenlijst een glutenbevattend graan aanduidt als allergeen. Om verwarring te voorkomen, is het in dat geval aan te raden een aantekening te maken bij de “glutenvrij”-vermelding.
Het gebruik van vrij-van claims anders dan gluten, is niet verbonden aan wetgeving. Claims zoals “melk-vrij” en “lactose-vrij” zijn niet verbonden aan wettelijk toegestane waarden. Ook de term “allergeenvrij” is niet in wetgeving beschreven. In de praktijk houdt deze vermelding dus in dat het betreffende allergeen niet detecteerbaar is in het product. Wel hanteren diverse retailers eigen eisen aan “vrij-van” allergenenclaims.
Bij vermeldingen zoals “vrij van allergenen” is het raadzaam aan te geven welke allergenen afwezig zijn. Geef duidelijkheid aan de consument, zodat deze niet verwacht dat het product ook vrij is van andere allergenen dan de in bijlage II van Verordening (EU) nr. 1169/2011 vermelde wettelijke allergenen. Ook is deze claim niet aan te raden voor een product waarvan de consument niet verwacht dat er een allergeen aanwezig is, bijvoorbeeld allergeenvrij appelsap. Een claim of andere vrijwillige informatie op een verpakking mag immers niet misleidend, verwarrend of dubbelzinnig zijn.
Wanneer je als bedrijf een “vrij-van” claim wilt uitdragen op de verpakking, is het belangrijk dat het allergenenmanagement goed op orde is. Er komt meer bij kijken dan alleen juist etiketteren. BRCGS en FDF (Food and Drink Federation) hebben in 2015 samen de handige handleiding Guidance on “Free-From” Allergen Claims uitgebracht, vanwege het toenemend gebruik van “vrij-van” allergenenclaims. In de richtlijn is een stappenplan op basis van vier principes opgenomen:
Een aanvullende allergiewaarschuwing van een allergeen dat niet behoort tot de veertien wettelijke allergenen, is een vorm van een claim die nog weinig gebruikt wordt. Deze vermelding is een waarschuwing voor een kruisreactie die kan optreden. Het waarschuwt niet voor kruisbesmetting die tijdens de productie ontstaan kan zijn. Als iemand allergisch is voor een bepaalde stof, is het mogelijk dat ook allergische reacties optreden met andere stoffen waarvan de eiwitten op elkaar lijken.
Een voorbeeld is een reactie op erwten wanneer de consument een allergie voor peulvruchten heeft. Bij de beoordeling van novel foods wordt onder andere gekeken naar allergeniciteit en kruisreacties. Bij het gebruik van raapzaadeiwit is het wettelijk verplicht de volgende aanvullende allergiewaarschuwing te vermelden: “raapzaadeiwit kan allergische reacties veroorzaken bij consumenten die allergisch zijn voor mosterd”. Alle voorwaarden voor novel foods zijn te vinden in de unielijst van nieuwe voedingsmiddelen in de geconsolideerde versie van uitvoeringsverordening (EU) 2017/2470.
Rekentools op basis van de referentiewaarden opgesteld door VITAL®, NVWA. het wetenschappelijk comité van FAVV of de FAO/WHO zijn niet te gebruiken om een “vrij-van” claim te onderbouwen. Zoals eerder gesteld, staat deze claim namelijk gelijk aan geen detectie van het betreffende allergeen, terwijl bij de hiergenoemde rekenmethoden wordt berekend wat de kwantitatieve kruisbesmetting kan zijn en of deze boven een referentiewaarde uitkomt. Indien er kans is op kruisbesmetting , kan voor alle andere dan een “glutenvrij claim” geen “vrij-van” claim meer gebruikt worden, ondanks dat een lage dosering mogelijk geen risico geeft voor de allergische consument.
Heb je vragen over allergenenvermelding op een etiket? Onze labelling specialisten ondersteunen je graag. Neem contact met ons op.