Het is wettelijk verplicht om kruisbesmettingen met allergenen in voedingsmiddelen te voorkomen. Meten is weten, maar meet jij wel het juiste? En is een analyse op allergenen voldoende om aan de wetgeving te voldoen?
Sinds 24 maart 2021 is Verordening EU nr. 2021/382 van kracht voor de levensmiddelensector. Het betreft een wijziging van verordening (EU) nr. 852/2004 inzake levensmiddelenhygiëne. Eén van de aanpassingen in deze verordening is dat het voorkomen van kruisbesmettingen met allergenen een wettelijke verplichting is. Deze verplichting betreft niet alleen levensmiddelenbedrijven, maar geldt ook voor de primaire sector. Zo is in de verordening beschreven dat alle apparatuur en vervoersmiddelen die gebruikt worden voor het oogsten, vervoeren of opslaan van levensmiddelen na gebruik met een allergeen dienen te worden schoongemaakt en gecontroleerd op achtergebleven vervuiling.
Door de wijziging van deze verordening is de vraag naar informatie over kruisbesmettingen in de voedingssector toegenomen. Vink je in een questionnaire aan dat kruisbesmetting met een allergeen mogelijk is? Dan moet je middels een waarde (vaak in ppm) aangeven hoeveel dit dan is. Deze gegevens hebben jouw afnemers nodig om een juiste VITAL®-berekening te kunnen uitvoeren. Dit om te kunnen bepalen of zij dit allergeen wel of niet moeten vermelden op hun documentatie.
Vaak wordt gedacht dat een analyse op allergenen in het eindproduct afdoende is om een waarde te kunnen invullen. Maar een analyse van een eindproduct zonder onderbouwing is niet afdoende. De opzet van de verordening is om kruisbesmettingen met allergenen zoveel mogelijk te voorkomen. Hierbij moet je dus allereerst voldoende inspanning leveren om inzicht te krijgen in de allergenen waar je mee te maken hebt. Daarna moet je in kaart brengen waar deze allergenen zich bevinden in je bedrijf. En je moet te weten komen waar deze allergenen in het bedrijf onbedoeld in andere producten terecht kunnen komen. Ook is het van belang dat je van leveranciers de juiste informatie over hoeveelheden (ppm) met betrekking tot kruisbesmetting ontvangt.
Voordat je kunt gaan analyseren, moet je dus eerst meer informatie verzamelen. Hierbij helpen de vijf basispijlers die in de Code of Practice van SimplyOK zijn beschreven. Het is pas zinvol om een kwantitatieve meting uit te laten voeren op kruisbesmetting in het product als:
Met een nulmeting SimplyOk krijg je in beeld welke stappen je nog moet uitvoeren, voordat het zinvol is om een kwantitatieve meting te laten uitvoeren.
Wanneer de kwantitatieve meting op het eindproduct is uitgevoerd en de gegevens bekend zijn, kan het actieniveau met behulp van een rekentool berekend worden. Hierbij is het onder andere van belang of de eventuele besmetting door het hele product heen zit (homogeen), of geconcentreerd is op 1 plek (deeltje). Homogene besmetting verdunt het allergeen, terwijl bij deeltjesbesmetting geen verdunning optreedt. Ook is de portiegrote van belang. De referentiedoses worden in milligram allergeen eiwit per dag weergegeven. Dus ga je bij je berekening uit van 1 koekje per dag of van een rol vol koekjes?
Meten is dus weten, maar weet dan wel dat je het juiste meet. Wees voorbereid en laat je adviseren over een juiste werkwijze. Bijvoorbeeld met een nulmeting SimplyOk, het laten uitvoeren van VITAL®-berekeningen of het laten analyseren van je product. Wat je vraag ook is, onze allergenenspecialisten helpen je verder.