Kennis

Huidige situatie wetgeving vlees-, vis- en zuivelvervangers

vega burger

Huidige situatie wetgeving vlees-, vis- en zuivelvervangers

Al jaren verandert er veel in de markt van vlees-, vis- en zuivelvervangers. Het aanbod in de supermarkten stijgt en zal de komende jaren alleen maar blijven stijgen, als we de beloftes van de supermarkten moeten geloven.

Producenten en verkopers van vervangers staan nog wel eens voor een uitdaging als het gaat om het geven van een juiste benaming aan plantaardige alternatieven. De benaming moet duidelijk voor de consument, niet misleidend en commercieel pakkend zijn, en bovenal voldoen aan Europese en landelijke wetgeving. Waar moet je op letten?

Wat zegt de wetgeving over vleesvervangers?

Voor de productgroep vleesvervangers is momenteel geen concrete wetgeving op Europees niveau. In april 2019 heeft de Landbouwcommissie van het Europees Parlement in Brussel gestemd voor een verbod op vleesnamen voor vegetarische producten, zoals groenteburger en vegaworstje. De Landbouwcommissie vindt dat plantaardige producten niet naar sommige dierlijke producten mogen verwijzen, omdat dit verwarrend zou zijn voor de consument. Maar het voorstel werd afgekeurd tijdens een stemming in het Europees Parlement. In 2021 besloot het Europees Parlement dat elke lidstaat zelf de regels met de benamingen van vlees- en melkvervangers mag bepalen.

In Verordening (EU) nr. 1169/2011 staat dat de Europese Commissie uitvoeringshandelingen zal vaststellen voor een aantal onderwerpen, onder andere over informatie met betrekking tot de geschiktheid van een levensmiddel voor vegetariërs of veganisten. Er is geen deadline voor deze uitvoeringshandelingen en het is niet bekend wanneer deze zullen worden gepubliceerd.

Hoe zit het in Nederland?

In Nederland heeft het ministerie van VWS een beleidsstandpunt ingenomen over de benaming van vegetarische producten. Dit standpunt, zoals te lezen in het handboek Etikettering van levensmiddelen, luidt voor vegetarische varianten van vlees- en visproducten: er mag gebruik worden gemaakt van gebruikelijke benamingen als ”schnitzel”, “burger” en “worst” in de benaming van het product, mits het duidelijk is dat het om een vegetarische variant gaat. Dit betekent dat de benamingen “vegaschnitzel”, “vegaburger”, “vegetarische rookworst” zijn toegestaan.

Er mag gebruik worden gemaakt van diersoortnamen, zolang helder is dat het een vegetarische variant betreft. Dit betekent bijvoorbeeld dat benamingen als “vegetarische kipstukjes”, “vegetarische tonijn”, “vegetarische krabsalade” zijn toegestaan, maar niet uitsluitend de bewoording “kipstukjes”, “tonijn” en “krabsalade”.

vega burger

Gereserveerde benamingen mogen alleen gebruikt worden bij producten die aan de wettelijke eisen voldoen die aan de gereserveerde benaming worden gesteld. In het Warenwetbesluit Vlees, gehakt en vleesproducten zijn gereserveerde aanduidingen vastgesteld voor diverse producten. Voor vlees, vleesproducten en vleesbereidingen zijn vastgestelde gereserveerde benamingen (aanduidingen) niet toegestaan in het gebruik voor vleesloze producten, ook niet in combinatie met ‘vegetarisch’. Ook het gebruik van foutief gespelde diersoortnamen of foutief gespelde gereserveerde benamingen is niet toegestaan. Zo zijn de aanduidingen vegetarisch gehakt en vegetarisch gehackt beide niet conform wetgeving. Voor de consument wellicht verwarrend; “vegetarische kip” kan wel in de schappen liggen, maar “vegetarisch gehakt” niet. De mogelijkheid om bij vegetarische vleesvarianten het gebruik van de term “vegetarisch” te verplichten wordt nader onderzocht.

Hoe zit het in België?

In België is er sinds 2020 een werkgroep actief die zich bezighoudt met vegetarische benamingen. In het eerste voorstel van deze werkgroep zou er een verbod worden ingesteld voor verwijzing naar dierlijke producten bij plantaardige alternatieven. Dit voorstel werd niet aangenomen, omdat dit de toegankelijkheid en promotie van vegetarische voeding in de weg zou kunnen staan. Bovendien werd het gevaar voor misleiding volgens de plantaardige sector overdreven. Door de onenigheid werd begin 2024 bekend dat er voorlopig geen nieuwe richtlijnen komen over de benamingen van vegetarische producten. België wacht verdere Europese regelgeving af.

Hoe zit het in Duitsland?

Inmiddels is Duitsland de grootste markt voor plantaardige alternatieven en Duitse consumenten eten de op een na hoogste volumes aan plantaardige alternatieven. Hoewel het verbod op ‘misleidende’ termen als ‘vegetarische schnitzel’ al in 2016 door de Duitse minister op de agenda werd gezet is er vooralsnog geen landelijke wetgeving rondom benamingen van vervangers. In 2016 werd door de Duitse deelstaatministers al wel een wettelijke definitie aangenomen voor veganistische en vegetarische levensmiddelen:

Veganistische levensmiddelen zijn levensmiddelen die geen producten van dierlijke oorsprong zijn en waarin in alle stadia van de productie en verwerking geen ingrediënten van dierlijke oorsprong (met inbegrip van additieven, draagstoffen, aroma’s en enzymen), technische hulpstoffen of andere stoffen, in al dan niet verwerkte vorm zijn toegevoegd of gebruikt. Vegetarische levensmiddelen zijn levensmiddelen die voldoen aan dezelfde eisen die gesteld worden aan veganistische levensmiddelen maar hierbij mag tijdens de productie wel gebruik gemaakt worden van melk, colostrum (biest), eieren, honing, bijenwas, propolis en wolvet (inclusief lanoline).

Binnen Europa zien we dat definities gesteld door keurmerken, producenten en retailers vaak in lijn zijn met deze Duitse definities.

Hoe zit het in Frankrijk?

In Frankrijk was het gebruik van vleesnamen voor vegetarische producten in 2020 al per wet verboden. Die wet werd in 2022 echter tijdelijk opgeschort. Toch bleef er discussie en protest bestaan en besloot de Franse regering dat het verbod alsnog zou gelden. Op 26 februari 2024 publiceerde de regering versneld een decreet uit. In een nieuwe wet specificeert Frankrijk een lijst met namen die voorbehouden zijn voor dierlijke producten en daarom verboden zijn voor plantaardige eiwitproducten. Dit betekent dat termen als ‘ham’, ‘filet’ en ‘entrecote’ exclusief gereserveerd zijn voor producten van dierlijke oorsprong.

yoghurtdrink

Er zijn twee uitzonderingen op de regel. Producten die een kleine hoeveelheid plantaardige inhoud bevatten, zoals cordon bleu of merquezworstjes, mogen wel vleesbenamingen gebruiken. Een merquezworstje mag bijvoorbeeld maximaal 2 procent plantaardig eiwit bevatten. De tweede uitzondering is dat producenten uit andere EU-landen wel vleesvervangers met vleesnamen in Frankrijk mogen blijven verkopen.

Producenten krijgen een jaar de tijd om namen aan te passen en de huidige voorraad te verkopen. Personen die de wet overtreden kunnen een boete krijgen van maximaal 1500 euro. Voor bedrijven kan deze boete oplopen tot 7500 euro.

Onze etiketteringsspecialisten ondersteunen je graag

Kortom, waar op Europees gebied nog weinig wettelijk bepaald is, is er op landelijk niveau al wel het een en ander vastgelegd. We begrijpen dat de etikettering van vlees-, vis-, en zuivelvervangers hierdoor lastig kan zijn. Onze etiketteringsspecialisten ondersteunen je hier graag bij.

Auteur: Isabel Widdershoven
Kennispartner in voedselveiligheid, productkwaliteit en smaak